Banken en het grote zwarte gat.

Het begrip het grote zwarte gat kennen we vanuit de sterrenkunde. Ergens aan het eind van de melkweg is er een groot geheimzinnig zwart gat waarvan wetenschappers niet weten wat het doet en wat daarin verdwijnt.

Veel banken hebben het laatste halfjaar ook zo één mysterieus zwart gat waar telkens miljarden aan euro’s of dollars in weg kolken. Komt daar dan nooit een eind aan zult u zich afvragen. Het diplomatieke antwoord op deze vraag is op termijn wel, maar voorlopig nog niet.
Deze en vorige week was er het nieuws over de tientallen aan miljarden verliezen van de Britse Royal Bank of Scotland en Citigroup in de Verenigde Staten. Vervolgens komen de overheden in actie om aanvullende garanties en kapitaal ter beschikking te stellen. In feite is er sprake van een geleidelijke nationalisatie.

Volgens sommige vooraanstaande economen gaat dit proces van geleidelijke nationalisatie veel te langzaam, snijdt onvoldoende diep en laat zieke banken in leven zonder dat zij voldoende hun eigenlijke functie van het verstrekken van financieringen aan bedrijven en particulieren uitoefenen.

De meest uitgesproken econoom in dat opzicht is Nouriel Roubini, hoogleraar aan de universiteit van New York. Herkapitalisatie, garantstellingen en de opzet van een “bad bank” vergeet het maar, want uiteindelijk helpt het niet. De enige remedie is naar zijn opvatting nationalisatie en wel nu, herstructurering van de sector, het opruimen van de slechte leningen per bank en vervolgens doorverkoop met tijdelijke overheidsgarantie van die banken aan particuliere aandeelhouders.
Hij onderbouwt zijn verhaal met cijfers waarbij hij bij de vier grote Amerikaanse banken aantoont dat ze in feite nu al technisch failliet zijn.
Waarom gebeurt deze overname van banken door de staat dan niet zult u zich afvragen. Allereerst geldt dat niet alle banken er slecht voor staan. Als we de Nederlandse situatie bezien valt Rabo daarbuiten, is ING deels en ABN-Amro/Fortis volledig genationaliseerd. In Nederland is rond € 37 miljard in banken ( en Aegon ) gestoken en daarboven op komen nog garanties.

De enige grote Nederlandse bank die hier mogelijk voor in aanmerking komt is de ING. Bij deze bank is er sprake van een balanstotaal van boven de € 1000 miljard. Bij een bruto nationaal product in Nederland van rond € 700 miljard op jaarbasis komt de vraag naar voren of de Nederlandse staat en zijn belastingbetalers dat wel allemaal aankunnen!
Daar ligt dus het probleem: zeer grote risico’s voor de overnemende partij en zie er na verloop van tijd maar weer eens vanaf te komen.
Welke omvang deze risico’s per grote bank in de vorm van rommelhypotheken en andere slechte leningen hebben, komen we zo langzamerhand te weten. Bij de Britse Royal Bank of Scotland is een bedrag van € 375 miljard onder staatsgarantie ondergebracht in een aparte eenheid van de bank. Er zijn in de westerse wereld zeker tien banken met problemen van dezelfde orde van grootte. Naar verwachting is bij de eveneens Britse Lloyds Bank ook sprake van tussen de € 300 en € 400 miljard aan slechte leningen.
De eerder genoemde Roubini schat alleen al dat er in Amerika voor rond € 3.000 miljard moet worden afgeschreven.

Wat het totale proces verder verslechtert is de huidige diepe recessie, waardoor steeds meer leningen het predicaat risicovol krijgen doordat de kredietontvangers als bedrijven maar ook overheden, zoals in Midden en Oost Europa, steeds minder solvabel worden.
Of dit scenario zich snel via nationalisatie van banken of op termijn door overheidsingrijpen, als zich een probleem voordoet, gaat ontrollen is de vraag. Zeker is dat het om zeer grote bedragen gaat, waarbij de overheden als laatste veilige haven gelden.
Ook zeker is dat zolang de banken niet wederom gezond gemaakt zijn, wij niet uit deze diepe recessie vandaan komen.