De lunchroom van Maison Krul. De kast in het midden van de foto is onderdeel van het verworven ameublement. (foto: WikiCommons)
Wie herinnert zich nog Maison Krul in Den Haag ? Zowel in de stad als ver daarbuiten is het nog steeds een begrip. De beroemde Haagse tearoom sloot in 1970 de deuren, maar leeft voort in de herinnering. Nu heeft het Haags Historisch Museum het unieke interieur verworven dankzij een genereuze schenking van het Drents Museum uit Assen.
Wie herinnert zich niet het vileine liefdeslied dat Wim Sonneveld zong over ‘een roze tearoom’, genaamd de Tearoom Tango. Het lied over een deftige dame met ‘een kaalgevreten bontjas en een arrogante lach’ en haar aanbidder gaat over verloren glans en glorie (én Haagse bluf) en zou zomaar over één van de vele Haagse dames kunnen gaan, die Maison Krul frequenteerden.
Jugendstil
De prachtige lunchroom in Jugendstil waar chique dames een kopje thee kwamen drinken met een ‘taartje’ erbij had het predicaat Hofleverancier. De Haagse bevolking bedacht de alleszeggende slogan ‘geen gelul, gebak van Krul’, want dat waren woorden die de geachte clientèle nooit zelf in de mond zouden nemen.
Interieur
Luxe banketwinkels annex thee- en koffiegelegenheden waren in Europa rond 1900 zeer populair. In 1903 opende Maison Krul aan het Noordeinde 44 een spraakmakend nieuwe winkel, geheel ingericht naar voorbeeld van beroemde Weense etablissementen en in de nieuwste Weense stijl, de Jugendstil. De banketbakkerswinkel en de ‘Salon de Rafraîchissements’ voor de Haagse dames hadden ieder een aparte ingang, maar stonden binnen met elkaar in verbinding. Een glazen uitstalkast scheidde de salon van de winkel.
Grote spiegels
De achterwanden waren bedekt met grote spiegels. Het meubilair en de vitrines waren van donker glanzend mahonie met ingelegde tinnen versieringen. Dit was het ontwerp van architect L.A.H. de Wolf uit 1903 dat ook in de gevel was verwerkt. Cirkels, delen van cirkels en een vierkant waren ook in het interieur terug te vinden. Het houtwerk was ivoorkleurig geschilderd en met goud afgebiesd.
De prachtige nieuwe winkel paste goed bij de sfeer van de Passage, het Kurhaus, de gefortuneerde Indiëgangers en het deftige Haagse publiek. Hier kwam de elite, de welgestelden uit de betere buurten, de mensen met personeel. Een taartje bij Krul werd het hoogtepunt van een dagje winkelen in sjieke zaken als Schröder en Maison de Bonneterie.
Einde
Hoewel de winkel en tearoom aan het Noordeinde nog steeds grote aantallen klanten trokken, ging in 1970 het gerucht dat een faillissement nabij was. Op 15 november 1970 werd het Krul-imperium na 135 jaar gesloten. Gerardus Leonardus en Johannes Antonius Krul: ‘We willen onszelf niet imiteren; we kunnen het oude peil niet meer handhaven en daarom sluiten we. Wij willen voortleven op de naam, de renommee die we hebben’
1972
In 1972 werd het grote pand verkocht. Een gedeelte van de inrichting van de bakkerij belandde in het Banketbakkersmuseum in Amsterdam en de inrichting van de salon werd opgeslagen in de kelders van het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst te Amsterdam. Via via kwam een deel van het Jugendstil-interieur in het Drents Museum in Assen terecht omdat het museum een toonaangevende collectie Kunst 1885-1935 heeft en een gebouw dat uit 1885 stamt. Onderdelen maakten jarenlang deel uit van de inrichting van het museumrestaurant Grandcafé Krul. Bij een recente verbouwing van het museum is gekozen het interieur niet te laten terugkeren.
Terug naar Den Haag
Nu gaat het interieur van Maison Krul terug naar Den Haag, als schenking van het Drents Museum. Het Haags Historisch Museum kan wegens ruimtegebrek niet het gehele ameublement tonen en gaat op zoek naar een geschikte plaats in de stad waar de bijzondere buffetkasten, vitrines en andere meubels voor de Haagse publiek weer te bewonderen zijn.