Beter behandelresultaat door fitte patient met darmkanker

De zorg rondom darmoperaties in elke fase kan beter. Dat claimt Stefan van Rooijen; de arts-onderzoeker promoveert op dinsdag 26 juni op zijn onderzoek naar de meest voorkomende complicatie bij een darmkankeroperatie: naadlekkages. Zijn zoektocht naar een oplossing om deze complicatie te reduceren werd het startschot voor een veel grotere revolutie: prehabilitatie, het trainen van patiënten voorafgaand aan een operatie, blijkt het herstel te versnellen en complicaties te kunnen verlagen.

Het proefschrift beschrijft de reis die in Máxima Medisch Centrum is doorlopen om de zorg voor patiënten met darmkanker te optimaliseren. De uitkomsten voor darmkankerchirurgie binnen MMC zijn aanzienlijk verbeterd door in het hele behandeltraject diverse innovaties door te voeren die hebben geleid tot een reductie van naadlekkages, ligdagen en zorgkosten. Zo daalde het percentage naadlekkages in een periode van één jaar van 8% naar 2,5%, namen de complicaties voor een operatie af van 50% naar 30% en werd de duur van het verblijf in het ziekenhuis verkort van acht naar vier dagen. Niet alleen verslechteren naadlekkages de kwaliteit van leven, de behandeling ervan brengt ook zeer hoge kosten met zich mee. De zorgkosten bij een patiënt met ernstige complicaties is drie keer hoger dan bij een patiënt zonder complicaties. Zo kost één ligdag in het ziekenhuis vijfhonderd euro. Maar ook na de opname kunnen veel kosten bespaard worden, bijvoorbeeld omdat patiënten eerder maatschappelijk actief zijn en eerder kunnen werken.

Revolutie in darmkankerzorg met prehabilitatie

Een van die belangrijkste innovaties in de zorg voor patiënten met darmkanker is prehabilitatie. De uitkomst van de behandeling hangt sterk samen met de conditie van de patiënt. Daardoor groeide het onderzoek echter breder, wat zich richt op prehabilitatie, ofwel optimale voorbereiding vóór een darmkankeroperatie. Hiermee maken we patiënten Fit4Surgery. Van Rooijen onderzocht welke fasen in de behandeling van een patiënt met darmkanker nog beter kon. “Terwijl deze patiënten wachten op hun operatie gaan ze achteruit in conditie, wat alleen maar versterkt wordt door de operatie. Daarna probeert iemand als het ware op te krabbelen. Als we de conditie voor de operatie omhoog brengen, valt de patiënt minder ver terug en kan hij erdoor makkelijker en sneller revalideren. Vier weken intensieve voorbereiding met fysieke training op kracht en conditie, gecombineerd met eiwit en vitaminesuppletie, mentale ondersteuning en stoppen met roken, leidt tot een sneller herstel”, beaamt Van Rooijen.

Gesteund door KWF-kankerbestrijding verzorgt Máxima Medisch Centrum nu een internationale studie waarbij in zeven landen en in negen ziekenhuizen meer dan 700 patiënten getraind worden om aan te tonen dat prehabilitatie complicaties kan voorkomen en leidt tot een beter functioneel herstel en een betere kwaliteit van leven. Parallel aan de internationale studie loopt een business case met zorgverzekeraar CZ om betere zorg tegen lagere kosten te leveren, waarbij een actieve rol van de patiënt wordt verwacht.

Vraag de patiënt

Aan de basis van Van Rooijen zijn werk staat zijn onderzoeksmethode. “Durf te denken vanuit de patiënt, vraag wat hij of zij wil. Zo kun je gericht innoveren.” Het gaat er om zorg te leveren die er voor de patiënt toe doet, en het zorgproces zo te organiseren dat het waarde toevoegt voor de patiënt. Want waardegedreven zorg kan alleen geleverd worden door de patiënt daadwerkelijk onderdeel te maken van het proces. Samen met chirurgen Gerrit Slooter en Rudi Roumen als begeleiders, keek Van Rooijen verder dan de gezondheidszorg. “Voor zorginnovaties heb je ook techniek nodig, wetenschappers, patiënten(verenigingen) en het bedrijfsleven. We moesten echt nog bruggen bouwen tussen de verschillende disciplines in het ziekenhuis. Naast chirurgen hebben nog negen andere disciplines hun bijdrage geleverd. Die multidisciplinaire aanpak heeft zoveel ogen doen openen. Het is de kracht geweest voor verbeteringen in MMC. “Ik kan wel zeggen dat we in én buiten Nederland een voorloper zijn met deze aanpak.”