Tijdens de coronacrisis is de totale CO2-uitstoot door vluchten van en naar Schiphol minder gedaald dan het aantal vliegtuigbewegingen. Dat blijkt uit eigen onderzoek van NLR – Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Een forse verlaging van het aantal reizigers per vlucht zorgt bovendien voor een toegenomen uitstoot per passagierskilometer.
De afname in vliegtuigbewegingen van en naar luchthaven Schiphol als gevolg van de wereldwijde coronacrisis was groter dan de bijbehorende CO2-uitstoot. In maart tot en met september 2020 waren er 67% minder vliegtuigbewegingen van groot verkeer dan in diezelfde periode in 2019. De CO2-uitstoot ging echter met maar 55% omlaag.
Het verschil tussen het aantal vluchten en de gerelateerde CO2-uitstoot was vooral groot in de maanden mei en juni. Er werden toen 85% minder vliegbewegingen geregistreerd, terwijl de CO2-uitstoot met ‘slechts’ 64% afnam: een verschil van 21 procentpunt. In de maanden juli tot en met september kromp dat gat geleidelijk naar minder dan 5 procentpunt.
“In eerste instantie verbaasden we ons over deze resultaten”, vertelt Bram Peerlings, betrokken bij het NLR-onderzoek. “Uit eerdere studies weten we dat het overgrote deel van lange vluchten het grootste aandeel CO2-uitstoot veroorzaakt. Van alle vluchten van en naar luchthavens in Europa zijn de 20% langste vluchten bijvoorbeeld verantwoordelijk voor 70% van de uitstoot. We hadden het idee dat intercontinentaal verkeer sterker zou zijn afgenomen dan vliegverkeer binnen Europa, en dat de reductie in CO2-uitstoot daardoor juist groter zou zijn. Dat blijkt toch niet het geval”.
Vrachtvluchten
De onderzoekers zagen dat effect voor zowel het passagiers- als vrachtvervoersegment. In totaal groeide het aantal vrachtvluchten, vooral naar Azië en Noord-Amerika, van maart tot en met september met 8%, resulterend in bijna 11% meer CO2-uitstoot ten opzichte dezelfde periode in 2019. “Volledig tegen de trend van afnemende vraag naar luchtvervoer in”, benadrukt Peerlings. “Als je verder meeneemt dat KLM haar Boeing 747 Combi’s, toestellen die naast passagiers ook vracht op het hoofddek vervoeren, sinds april effectief als gespecialiseerde vrachttoestellen heeft ingezet, laat dat segment zelfs een groei zien van 14% in vluchten en 24% in CO2-uitstoot”, vult hij aan. “Daar bovenop komt eigenlijk ook nog een bijdrage van extra vluchten waarbij er vracht in de cabines van passagiersvliegtuigen is vervoerd. Vanwege gebrek aan data daarover hebben we die echter niet als vrachtvlucht aan kunnen merken en dus beschouwd als passagiersvlucht”.
Ondanks dat het aantal vluchten met toestellen die bedoeld zijn voor passagiersvervoer in tegenstelling tot vrachtvervoer wel fors daalde (minus 69%), zorgen ook hier gemiddeld langere vluchten voor een beperktere afname in CO2-uitstoot (minus 63%). “Vluchten naar Aziatische en Afrikaanse landen dichtbij Europa, zoals Turkije, Marokko, Egypte en Israël namen sterk af. Verre bestemmingen, zoals Taiwan en Zuid-Korea, bleven echter op peil of namen licht toe. Daardoor werden vluchten naar die werelddelen gemiddeld langer en werd daarmee ook de gemiddelde uitstoot per vlucht hoger”.
Uitstoot per passagier
Waar de totale uitstoot daalde, zorgde een lager aantal passagiers per vlucht voor een hogere CO2-uitstoot per persoon. Uit cijfers van het CBS over de periode maart tot en met mei blijkt dat de bezettingsgraad van vluchten van en naar de vijf grootste Nederlandse luchthavens ongeveer halveerde. Daarmee is de uitstoot per passagierskilometer nagenoeg verdubbeld. Voor de gehele Europese markt noteerde brancheorganisatie IATA een iets lagere afname: zo’n 40% van maart tot en met mei en bijna 30% van maart tot en met augustus. “Het is aannemelijk dat die trend ook voor Nederland geldt”, stelt Peerlings. “Dat betekent dat de uitstoot per passagier weer wat is gedaald ten opzichte van eerder dit jaar. Desalniettemin is het brandstofverbruik per persoon significant hoger dan voor de crisis”.
Vlootvernieuwing
Waar deze onderzoeksresultaten laten zien dat de milieu-impact van de luchtvaart minder is afgenomen dan mogelijk werd verwacht, keek NLR ook vooruit naar de te verwachten impact van snellere vlootvernieuwing. Veel oudere toestellen staan nu aan de grond en enkele maatschappijen hebben aangegeven dat sommige daarvan niet meer terugkeren in de operatie. Peerlings: “Als we alle vluchten in de periode maart tot en met september 2019 nogmaals uitvoeren, maar dan in een situatie waarbij de oudste toestellen vervangen zijn door een nieuwere generatie scheelt dat ruim 4% in CO2-uitstoot”. Bij vervanging door de aller-modernste toestellen neemt dat percentage verder toe.
Martin Nagelsmit, voortrekker op het gebied van duurzame luchtvaart als programmamanager Elektrisch vliegen en afdelingsmanager Milieu- en Beleidsondersteuning bij NLR: “Deze analyses laten zien dat er flink meer nodig is voor een groen herstel dan de momenteel in gang gezette uitfasering van toestellen uit de jaren ’80 en ’90. Inzet van de laatste generatie vliegtuigen zou daar verder aan bij kunnen dragen, maar vergt forse investeringen en is bovendien nog niet genoeg om aan internationale klimaatdoelen te voldoen. Al die andere manieren, zoals de inzet van duurzame brandstoffen, hybride-elektrische toestellen en vliegen op waterstof, hebben dan ook onze volle aandacht. Zo werken we iedere dag, samen met partners aan de Duurzame Luchtvaarttafel, aan innovaties die bijdragen aan klimaatneutrale luchtvaart in 2050”.
Bron: Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)