8 januari 2007
Na een voorspoedige reis vanuit Nederland kwamen we vroeg in de avond met een bus vol opstappers in Las Palmas op de Eendracht aan. Via een voor mij nieuwe statietrap kwamen we aan boord, uiteraard iedereen met veel bagage wat tot veel gedrang leidde bij het mededelingenbord waarop je kan zien in welke hut je bent ingedeeld, ik kon in de zenuwen zo gauw mijn naam niet vinden op de lijst en dacht dus dat ik er niet op stond, de schipper kon zich niet voor stellen dat ik er niet op stond en ja hoor dat was ook niet zo, ik stond nummer drie op de lijst.
Vervolgens de bagage in de hut brengen en terug naar het dagverblijf. Daar neemt de Opper samen met de Scheepsarts de paspoorten in, uiteraard na een vergelijking van de gegevens van het paspoort met de lijst. En dan komt het grootte moment dat de Schipper ons welkom aan boord heet en vervolgens de meest cruciale informatie meedeelt die voor ons opstappers onontbeerlijk is.
We krijgen te horen dat we de volgende morgen om 6.30 uur worden gewekt, om 7.00 uur ontbijten, om 7.30 sloepenrol en om 8.00 uur afvaren. En zo geschiede het. Na een onrustige nacht, (je moet altijd wennen aan een bed), hebben we het programma afgewerkt en zijn op weg gegaan. De schipper heeft ons geïnformeerd dat we gezien de krappe brandstof capaciteit rechtstreeks naar Martinique varen en dan wel zien wat er voor ons, gezien de resterende tijd, nog voor mogelijkheden zijn. Onze eerste dag op zee breekt aan met uitvaren op de motor om vervolgens, als we voldoende afstand hebben met de lagerwalkust, de zeilen te hijsen, wat voor de meeste van ons pas echt het begin van de reis betekent. Het is mooi weer met weinig wind en rustig varend gaan we richting Martinique. Dan komen we in het gebruikelijke ritme van zeilwisselingen en wijzigen van de stand van de zeilen. Tijdens de eerste nacht op zee krijgen we gelukkig veel wind wat ons zo nu en dan een snelheid geeft van 12.8 knopen. Helaas vliegt de diepvrieskast in de schaapskooi open en vliegt de inhoud letterlijk de hut van Tjebbe in, de kwartiermeester van de blauwe wacht, die alles weer terug moet brengen. We schieten dus lekker op en dat geeft ons een vordering van 190 mijl op het log, in de eerste 24 uur. Op het moment dat ik dit schrijf varen we in het zicht van het eiland Hierro wat nog bij de Canaries hoort. Henk Schmit, opstapper
9 januari 2006
Hallo vaste land,
Na de eerste dag met verhalen over de wind, de zeilen en het weer wil ik jullie meenemen naar wat er zich zoal onder het dek afspeelt. Ik bedoel de hut die ik deel met 3 andere vrouwelijke opstappers.
Stel je voor hoe wij in de wacht van 8 tot 12 uur allemaal tegelijk moeten opstaan, douchen, kleren bij elkaar zoeken, tandenpoetsen en nog veel meer. En dat in een ruimte van 6 vierkante meter, ons vastklampend aan deurposten en wat we maar verder te pakken kunnen krijgen om overeind te blijven. Als je daarom zoals ik maar even in je bed blijft liggen om wat ruimte te maken, zie je hoe snel vier losse individuen een groep worden, die elkaar naadloos aanvullen in die echt wel krappe ruimte. Het wordt er gezellig door, we lachen om elkaars hebbelijkheden en wisselen ervaringen uit. Vandaag leren we hoe we WC’s, douches en gangen schoon maken en dan merk je dat vele handen licht werk maken. Eenmaal klaar hiermee wacht ons weer heerlijke koffie met koek en eenmaal boven dek waar heerlijk de zon schijnt zie ik tot mijn verrassing dat de jager (voor mij was dat de halfwinder) in top staat. Tjonge, wat een ervaring om 440 vierkante meter zeil te zien staan.
We lopen dan 8 knopen, Wat kleine kopjes op de golven, tamelijk rustige schommeling en genieten maar. Als de wacht voorbij is mag ik weer 8 uur doen waar ik zelf zin in heb. Dat is niet moeilijk. Boven op het dek met je rug tegen de zeilzakken ( je krijgt wel een beetje een houten kont) een plekje zoeken en dan in gedachten wegdwalen met de blik op de oneindige watervlakte. Je kunt ook je boek pakken, maar daar ben ik nog niet erg ver in gekomen. De mensen die om je heen lopen zijn stuk voor stuk en wandelend en boeiend boek en zo raak je constant wel weer met iemand in gesprek. Als je dat wilt tenminste, want je kunt je ook op genoeg plekken afzonderen. Deze reis kan niet lang genoeg duren, ik geniet.
Juul opstapper rode wacht
10 januari 2007
Na 38 jaar weer een Atlantic oversteek!
Als wtk heb ik tot 1969 7 jaar bij de KNSM gevaren. En na vele oversteken op motorschepen gemaakt te hebben is dit op de Eendracht een leuke ervaring. Nog nooit gezeild, maar er is ervaring genoeg aan boord. Onder de opstappers zijn Jan en Pim, die ieder afzonderlijk, al eerder met een zeiljacht zijn overgestoken via las Palmas en Kaap Verden naar de Caribbean Zeilen op de Eendracht is nog niet zo eenvoudig, omdat we deels voor de Passaatwind moeten varen, wordt er regelmatig van zeil taktiek veranderd. Om onze rechte koers op Martinique met goede snelheid te kunnen houden, hebben we de afgelopen 2 dagen al meerdere keren te oostelijk en te zuidelijke koers gevaren. De Eendracht is langsgetuigd, daarom varen we soms op 1 zeil en topzeil en de jager over BB of SB en bij meer wind met een zeil over BB en een zeil over SB. Zo’ n switch van SB naar BB en vice versa is niet zo maar gebeurd. Daar is veel kennis van allerlei touwen voor nodig. Gelukkig is de kennis ruim aanwezig en alle opstappers zijn min of meer ervaren zeilers, die ook graag de handen uit de mouwen steken. Opstapper Tijmen is zelfs coaster kapitein en zit ook in onze witte wacht. Ook de dames weten, zover ik weet wat zeilen betreft, van wanten. Mijn 3 hutgenoten zijn fervente snurkers, maar gelukkig overstemt het scheepsgeluid van de hulpmotor, de zeilen en boegwater.
Andre en Bea zorgen op voortreffelijke wijze voor de inwendige mens, vanavond hadden we een heerlijke kerrie-mosterd soep en een exotische kip-kerie rijstschotel met heerlijke aparte groente.
Bart, onze kwartiermeester van de witte wacht is zo soepel geweest om van de 13 mensen er 6 in de hondewacht (0-4) in te zetten, zodat we om de nacht een boerenacht hebben.Een heerlijke oversteek, die nog wel een tijdje is vol te houden.
Opstapper – Jacques Roest (Witte wacht)