De kwetsbaarheid van Bachs Hoogmis

50 plus - Bach
50 plus – Bach

Bachs ‘Hohe Messe’ – een Hoge Mis – is deel III in de prestigieuze serie opnamen van de Nederlandse Bachvereniging in samenwerking met Rijksmuseum het Catharijneconvent(Utrecht). Traditiegetrouw zijn de cd’s verpakt in een luxe cassette met daarin twee boekjes, een met cd’s en een met achtergrondinformatie en beeldschone plaatjes. Opnieuw tekent de muziekwetenschapper en klavecinist Pieter Dirksen voor de historische analyse, maar uiteindelijk gaat het om de nieuwe visie van de dirigent Jos van Veldhoven op een van de grootste composities uit de geschiedenis.

door Jurjen Vis

De afgebeelde objecten en schilderijen zijn afkomstig uit de eigen collectie van het Catharijneconvent. De Hohe Messe wordt geïllustreerd met een grote hoeveelheid reproducties van schilderijen van de katholieke mis, het protestantse avondmaal en opmerkelijke momenten uit het leven van onze Verlosser en Zaligmaker. Bovendien biedt een uitgebreide appendix een prachtig overzicht over liturgisch vaatwerk: kelken, hostieschaaltjes,cibories, kandelaars, wierookvaten, godslampen, missalen, lezenaars enzovoort. Het katholicisme is daarbij de best vertegenwoordigde richting, van de meer sobere lutherse en hervormde religie getuigen de avondmaalstellen.

Deze objecten zijn inderdaad absoluut noodzakelijk voor de eredienst. Voor postmoderne lezers en luisteraars die niet (meer) weten waarvoor het allemaal dient is het handig ze bij elkaar te zien. Uiteindelijk is deze franje echter het randje honing om de beker met heilzame medicijn. Het gaat tenslotte om de muziek. Na zijn weliswaar ingetogen maar nog min of meer traditioneel bezette uitvoeringen van de Matthäus-Passion (1997) en het Weihnachts-Oratorium (2002), waarvoor gebruik werd gemaakt van het koor van de Nederlandse Bachvereniging en het jongenskoor van de Sint Bavo, betrad Jos van Veldhoven met zijn Johannes-Passion (2004) de weg van de strenge Bach-ascese. Joshua Rifkin en Paul McCreesh waren hem hierin voorgegaan. Ook voor de Hohe Messe heeft Van Veldhoven hetuiterste van soberheid beproefd.

Wie meent dat voor Bachs ‘Catholische Mess’ uitsluitend gulle, brede gebaren passen, komt van een koude kermis thuis. Van Veldhoven heeft zijn keurtroepen zeer dun bezet, waardoor zijn Hohe Messe doorzichtig is geworden. Geen koor meer in de gebruikelijke zin van het woord, maar nog ‘slechts’ ripiënisten (verstevigers) ter versterking van de vijf hoofdzangers.Dat betekent een vocaal aandeel van hooguit twee extra stemmen naast de solist. Deze werkwijze zou conform de praktijk in het Leipzig van Bachs dagen zijn. Al met al wordt zo het vijfstemmige koor gereduceerd tot een half kamerkoor: 15 zangers. De aria’s zijn en blijven enkelvoudig bezet en alleen de koorpassages krijgen versterking, al naar gelang de instrumentale bezetting dit vereist.

De Nederlandse Bachvereniging van 2006 lijkt in niets meer op de oude vereniging van zeventig, veertig en zelfs twintig jaar geleden. Vervlogen zijn de dagen dat Anthon van der Horst en Charles de Wolf er de scepter zwaaiden; het ooit respectabele koor is van het toneel verdwenen. Het doet denken aan de restauratie van Rembrandts Staalmeesters, Michelangelo’s fresco’s in de Sixtijnse Kapel of de middeleeuwse roosvensters in de kathedraal van Chartres. Het oude vernis is vervangen, verkleuringen zijn hersteld, het vuil is weggepoetst. Dit alles heel voorzichtig, piëteitsvol en wetenschappelijk verantwoord. Het licht schijnt weer waar het moet schijnen. Wat lang aan het oog was onttrokken is weer zichtbaar, crème werd hagelwit en donkerblauw werd hemelsblauw. sommige bruintinten blijken nooit te hebben bestaan en de meeste schaduwen zijn verdwenen. Dat hier en daarook een bontkraag, hoed of kledingstuk is gesneuveld is winst, maar is er niet een schaduwtje te veel verwijderd?

Bachs Hohe Messe ligt nu in een nieuwe, mogelijk meer oorspronkelijk gedaante naakt voor ons, teer en kwetsbaar, maar, voor alles: ongehoord. We kunnen opnieuw een relatie aangaan met een meesterwerk dat we dachten te kennen. Niemand zal durven beweren dat deze Bach de enige echte is en alle andere interpretaties een leugen. Het is de verdienste van Van Veldhoven en de zijnen dat het Bachlandschap weer wat diverser en dus boeiender is geworden. Maar ook hier geldt ongetwijfeld dat alles beweegt en niets blijft.

Johann Sebastian Bach
Hohe Messe BWV 232
The Netherlands Bach Society,
Museum Catharijneconvent
o.l.v. Jos van Veldhoven
Channel Classics CCS 25007
/2SACD















Artikel links