De middagvrouw door Julia Franck

De Middagvrouw (boekomslag)
De Middagvrouw (boekomslag)

In het licht van onze bevrijdingsdag het verslag van een boek dat zich afspeelt tegen de voortdurende achtergrond van de tweede wereldoorlog; niet in details en ook niet opdringerig, maar steeds aanwezig. Het is een indrukwekkende roman uit 2007 die ondanks het feit dat hij nogal deprimerend is, het lezen toch meer dan waard is. Het verhaal is geïnspireerd door een werkelijke gebeurtenis. De vader van de schrijfster werd toen hij zeven jaar was in 1945 door zijn moeder op een perron alleen achtergelaten. Ze kwam nooit meer terug. De schrijfster probeerde zich een beeld te vormen van die vrouw, haar grootmoeder, die ze nooit gekend had: wat dreef haar hiertoe? Dat is het verhaal dat ze hier vertelt…

Een (half-) joodse moeder vlucht uit het naoorlogse, door Russen bezette Duitse gebied, en laat daarbij haar zoontje van zeven, Peter, alleen achter op een station waar ze moeten overstappen. Hiermee opent de roman, die het verhaal vertelt van vooral Helene, die later haar kind in de steek zal laten. Na het openingshoofdstuk springt het verhaal een twintigtal jaren terug en beschrijft de jeugd van een zeer intelligent, 7-j.meisje. Haar “vreemde” moeder wijst haar systematisch af en laat haar hard werken terwijl ze graag had willen verder studeren waar ze zeker het talent voor heeft. Haar vader is in de oorlog en komt uiteindelijk zwaar geïnvalideerd terug en overlijdt. Helene is wel heel close met haar beeldschone oudere zus Martha (verpleegster) en samen met haar verlaat ze op uitnodiging van een toevallig ontdekte tante het ouderlijk huis voor een bestaan in het frivole Berlijn van het interbellum. Na enkele moeizame beginjaren waarin ze steeds nog te jong wordt bevonden om mee te feesten, leert Helene haar grote liefde Carl kennen. Er lijkt zich een hoopvol perspectief aan te dienen, tot het noodlot toeslaat en hij verongelukt. Vanaf dan lijkt iets in haar onherstelbaar gebroken te zijn. Steeds minder kan ze zich verzetten tegen de dingen die haar overkomen. De mannen die het huis van de frivole tante bevolken, vallen haar voortdurend lastig en omdat er geen andere keuze lijkt te zijn en ene Wilhelm haar serieus het hof maakt, trouwt zij met hem. Zij verhuizen naar Stettin waar hij haar valse papieren bezorgt als Alice Semisch-Schulze om haar deels-Joodse afkomst te verdoezelen. Ze leeft sindsdien met een leugen waarover ze haar verdere leven zal moet zwijgen. Wilhelm blijkt een nazistische macho te zijn, van wie zij, ongewild, toch een kind krijgt nadat hij haar in wezen al verlaten heeft. Het kind is een jongen terwijl zij op een meisje had gehoopt. De zo talentvolle Helene leeft als alleenstaande moeder een tragisch bestaan, als verpleegster tegen de achtergrond van de oorlog en verkrachtende Russen. Volledig uitgeput en murw door het altijd maar zorgen en moeten zwijgen, in een apocalyptische omgeving neemt ze een ingrijpend besluit. Ze bereidt het vertrek voor en zij ontvlucht samen met Peter (dan zeven) de stad en ze laat hem op een station achter met een koffertje waarin kleding, geld en het adres van een broer van Wilhelm die zij zelf ook niet kent.

In het slotverhaal vertelt de dan intussen 17-j. Peter hoe Helene zijn oom heeft laten weten, na tien jaar, dat zij hem wil bezoeken.

Hij is inderdaad op de boerderij van die kinder- en liefdeloze oom en zijn vrouw terechtgekomen. Hij heeft er zijn bestaan als goedkope arbeidskracht altijd met hard werken moeten verdienen. Peter maakt zichzelf die dag bewust onvindbaar en gluurt vanaf een stalzolder door een kier naar die vrouw die zijn moeder is: hij wil haar nooit meer ontmoeten.

De titel van het boek verwijst naar een sage waarin de “middagvrouw” waarschuwt dat wie geheimen heeft en verzwijgt, daarmee onherroepelijk zijn hart, verstand en herinneringen zal verliezen.