Rechts langs de snelweg A1 richting Parijs, in de buurt van Arras, staat een groot metalen bord met daarop personen afgebeeld. Portretten uit een oude doos lijken het. Herinneringen aan de Grote Oorlog 1914-1918. Gezichten om nooit te vergeten. En dat zullen ze in Frankrijk niet snel, want de Eerste Wereldoorlog leeft nog steeds voort in ons meest favoriete vakantieland. Dat kan ook haast niet anders als je je bedenkt dat er bijna een hele generatie mannen is uitgeroeid tijdens deze verschrikkelijke bloederige vier jaren.
Rechts langs de snelweg A1 richting Parijs, in de buurt van Arras, staat een groot metalen bord met daarop personen afgebeeld. Portretten uit een oude doos lijken het. Herinneringen aan de Grote Oorlog 1914-1918. Gezichten om nooit te vergeten. En dat zullen ze in Frankrijk niet snel, want de Eerste Wereldoorlog leeft nog steeds voort in ons meest favoriete vakantieland. Dat kan ook haast niet anders als je je bedenkt dat er bijna een hele generatie mannen is uitgeroeid tijdens deze verschrikkelijke bloederige vier jaren
Ook ik heb mij telkens afgevraagd wie toch die personen zijn, daar op dat bord langs de Franse A1. Toen ik het boek ‘De oorlogsdagboeken van Louis Barthas 1914-1918’ in handen kreeg en de foto van de auteur zag, herkende ik hem als één van de personen op dat bord. Toen wist ik dat ik nooit meer zomaar aan dit grote bord voorbij zal kunnen gaan zonder te denken aan die tonnenmaker uit het zuiden van Frankrijk en de gruwelijkheden die hij heeft meegemaakt en beschreven heeft in zijn kleine cahiers, soms op vodjes papier en brieven naar het thuisfront.
Deze brieven en berichten waren de uiteindelijk aanzet voor het boek ‘De oorlogsdagboeken van Louis Barthas 1914-1918’ waarin hij nauwkeurig verslag doet welke ontberingen en wreedheden ‘les poilus’ moesten ondergaan. Uiterst realistisch en zeer beeldend schrijft Barthas over zijn jaren in die loopgraven waren duizenden doden om hem heen vielen, crepeerden voor een paar meter nutteloze modder. Tranen in je ogen krijg je als je leest hoe hij de moeders schrijft van de jongens, kinderen uit Parijs, dat hun zoon is gesneuveld. ‘Hij heeft niet geleden, was op slag dood’, hoe anders dan het in werkelijkheid was. Bijna 9 miljoen doden in vier jaar. Gevallen voor de vrijheid van een ander. Daarom alleen al dit boek…
Boekbeschrijving
Nieuw in deze vijfde editie is het voorwoord van Piet Chielens, coördinator van het vernieuwde In Flanders Fields Museum in Ieper.
De Oorlogsdagboeken van Louis Barthas vormen een indringend relaas over de absurditeit van een oorlog die ten onrechte steeds verder in onze herinnering dreigt weg te zakken. Louis Barthas (1879-1952), een eenvoudige tonnenmaker uit Peyriac in Zuid-Frankrijk, was een socialist van het eerste uur. Hoewel hij alleen lagere school had genoten, was hij een verwoed lezer van onder anderen Victor Hugo en Émile Zola.
Als Barthas in 1914 onder de wapenen wordt geroepen is hij 35 jaar oud. Al gauw begint hij als een volleerd journalist verslag te doen van het dagelijkse leven in de loopgraven. Hij schrijft op elk stukje papier dat hij te pakken kan krijgen: schoolschriften, maar ook zelf bij elkaar genaaide blaadjes. Zijn thuisfront zendt hij talloze brieven, met het verzoek deze zorgvuldig te bewaren. Na de oorlog verwerkt hij zijn aantekeningen en brieven in negentien schriften.
In zijn dagboeken getuigt Barthas van het werkelijke leven aan het front, dat door de meer geletterde officieren nooit beschreven had kunnen worden. Zij waren immers zelden aanwezig bij de gruwelijke gevechten om enkele meters modderige grond. Antimilitarist als hij is, toont Barthas met een vlijmscherpe pen de zinloosheid van deze bloederige loopgravenoorlog. In tegenstelling tot de officiële geschiedschrijving stelt hij de verblinding en de lafheid van de legerleiding en de misdadige onverschilligheid waarmee zij de gewone soldaat behandelde aan de kaak.
Uitgeverij Bas Lubberhuizen
ISBN 9789059373280
€19,50