De Unie Katholieke Bond voor Ouderen bestaat 70 jaar maar hoe ontstond

1200 ouderen demonstreerden in 1994 in het PSV stadion. Dit kostte Brinkman het lijsttrekkerschap van het CDA.
1200 ouderen demonstreerden in 1994 in het PSV stadion. Dit kostte Brinkman het lijsttrekkerschap van het CDA.

De Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) gaf in 1949 de aanzet tot de Unie Katholieke Bond voor Ouderen (KBO). Volgens de K.A.B. kampten bejaarden met tal van problemen die ze zelf niet konden oplossen Na enige weerstand werd op 16 mei 1952 de stichtingsakte van de KBO ondertekend

Tot de door de K.A.B. genoemde problemen onder ouderen behoorden vervuiling en gebrek aan goed budgettair inzicht. De K.A.B. noemde verder het nemen van onjuiste beslissingen door het gemis aan goede raad. Zij noemde dit alles ‘’aan de orde van de dag’’.

Het eerste initiatief
In 1949 nam de K.A.B. het initiatief tot het stichten van katholieke ouderenbonden binnen de vjf bisdommen. Deze bonden richtten zich vooral op activiteiten gericht op plezier en ontspanning.
De belangstelling was matig. De katholieken moesten blijkbaar nog wennen aan een bond voor ouderen. En dat terwijl de Algemene Bond van Ouderen (ANBO) al in 1900 was opgericht. Deze richtte zich vooral op een goed pensioen. Zo legde ze de basis voor de latere AOW.
Binnen het toen nog verzuilde Nederland voelden de katholieken eigenlijk niets voor een apart hokje voor ouderen. Een veelgehoorde reactie was: ‘Zijn zij gek om een bond van oude kerels en oude wijven te gaan beginnen? Dat wordt toch niets.’

Op weg naar een landelijk instituut

Intussen zag de K.A.B steeds meer de noodzaak in van een landelijk instituut voor katholieke ouderen. Het bejaardenwerk kostte de K.A.B. te veel geld en tijd. Intussen bleven de echte noden liggen. Verder kon een landelijk instituut sneller financiële middelen bij elkaar vergaren.
Het samengaan van de verschillende bonden in een landelijk instituut zou leiden tot een breder en krachtiger draagvlak. Dat leidde tot meer gehoor bij diverse instanties en de regering. En aldus geschiedde.

Steun van de geestelijken
De K.A.B. hoopte aanvankelijk op de steun van geestelijken. Dat viel tegen. De klerikalen hielden zich vooralsnog afzijdig. En dat terwijl ze liever niet zagen dat katholieke ouderen zich aansloten bij algemene organisaties. Zoals bij de ANBO.
Als een van de redenen noemden geestelijken de vele aandacht die al bestaande clubjes van hen vroegen. Ze zaten niet te wachten op een aparte groepje voor ‘’oudjes’’. Pas na veel praten, praten en nog eens praten nam een geestelijke adviseur plaats in het bestuur.

16 mei 1952
Op vrijdag 16 mei 1952 ondertekende Dorus Steinmetz de oprichtingsakte van de ‘’Federatie van katholieke Diocesane Bonden van Bejaarde en Gepensioneerde Ouderen in Nederland.’’ Deze mondvol werd later omgedoopt tot de Katholieke Bond voor Ouderen (KNBO).
Als eerste voorzitter van de KNBO deed Dorus Steinmetz een oproep aan ouderen.
’Bejaarden laat je niet bevaderen en bemoederen door goedbedoelde instanties en personen die wel even voor die oudjes zullen zorgen. Ga zelf aan de slag en bouw uw eigen bond uit.’’

Krachtig, betrokken en ondernemend vierde de KBO Noord-Holland op 12 mei 2020 haar 70e verjaardag. Vier dagen eerder dan de landelijke KBO werd zij opericht op 12mei 1952.









Artikel links