De wraak van de groenteman

De wraak van de groenteman

_
  Politiek (56)

Deze column vraagt om een inleiding. In het noorden van Rotterdam woont een kennis van mij, die een éénmans stukadoorsbedrijf runt en bij extreme drukte gebruik maakt van


een min of meer werkloze opperman, met een drankprobleem. Diens ietwat wisselvallige beroepscarriere is een gevolg van het zojuist geschetste probleem.

Hij is geen regelmatige innemer, maar elk weekend consumeert hij meer dan goed voor hem is of eigenlijk meer dan een goed voor 6 man van zijn formaat. Iets minder dan 2 meter lang en een paar handen van enorme afmeting. Eigenlijk een goedsul, maar je moet geen ruzie met hem maken.

Hij heeft nog een kleine handicap, hij draagt een kuntsgebit zonder kleefpasta en praat hierdoor wat rammelend.

Gedurende een bepaalde zaterdag helpt hij mijn kennis met het afmaken van een klus en werkt tot circa 4 uur ’s-middags. Na afloop gaat mijn kennis naar huis en de opper begint aan een kroegentocht teneinde een nuttige besteding te vinden voor het zojuist ontvangen loon.

’s-Zondags zet hij de alcoholische excursie nog een poosje voort en ’s-maandags meldt hij zich met een tijger van een kater en zonder gebit bij zijn stukadoorsbaas.

Leen, zegt hij, ik ben in het weekend versukkeld en ergens op de route naar huis ben ik mijn gebit verloren, want ik werd niet lekker.

Wil jij even met de auto helpen zoeken, want mogelijk ligt het nog ergens op straat. Het is nog geen 7 uur en er is gelukkig nog weinig verkeer.

Leen en zijn opperman stappen in de auto en men rijdt de route heel langzaam nog een keer. Op een gegeven moment zien ze een groenteboer druk in de weer met een emmer water en een bezem, doende het trottoir vóór zijn winkeldeur te boenen.

Ze stappen beiden uit en Leen vraagt de boenende figuur “Zo vroeg al aan het werk?”. “Ja” antwoord de man, “Er is in het weekend een asociaal langs geweest, die over de tong moest en al doende afscheid genomen heeft van zijn hele gebit.” “Ik heb het aan gruzelen getrapt en het ligt nu in de goot, dan kan hij waardig afscheid nemen als hij soms nog langs komt.” Hij grijnsde breed en vol leedvermaak. De stukadoorbaas volgde zijn voorbeeld. De opperman niet, want zonder gebit is dat toch een opgave.

Geplaatst door Centurion59
23 maart 2010 10:41
207 keer bekeken.