Help, de bushalte verdwijnt Senioren in krimpgebied ervaren problem

Zorgen van senioren in krimpgebieden worden groter met het verdwijnen van allerlei voorzieningen, zoals de bushalte, de pinautomaat en het postkantoor. Dat blijkt uit onderzoek van seniorenorganisatie KBO-PCOB.

61% van de senioren die in een krimpgebied wonen, zoals Oost-Drenthe en Hoeksche Waard, zegt nu al problemen te ervaren met de bereikbaarheid van (openbare) voorzieningen. Dat is een groot verschil met de senioren die niet in een krimpgebied wonen (22%). De voornaamste zorgen, voor beide groepen, is de bereikbaarheid van OV-haltes en pinautomaten (en bankfilialen).

De zorgen groeien met het ouder worden. Vier op de tien senioren uit de krimpgebieden verwachten meer problemen wanneer ze niet meer auto kunnen rijden en afhankelijk zijn van mantelzorg. Zeven op de tien senioren, los van waar ze wonen, is dan ook van mening dat de overheid meer zorg moet dragen voor de inwoners van krimpgebieden.

Manon Vanderkaa, directeur van KBO-PCOB: ‘De bevolking wordt steeds ouder. Dit zal vooral merkbaar worden in krimpgebieden. Ook deze senioren willen op allerlei terreinen actief kunnen blijven. Dit betekent dat er in de krimpgebieden geïnvesteerd moet worden.’

Senioren die niet in een krimpgebied wonen, ondervinden andere soorten problemen in hun woonomgeving. Zij noemen ook overlast (buren, verkeer, drugs), slechte begaanbaarheid op straat, gebrek aan beschikbare (senioren)woningen en drukte als een probleem.

Wat betreft die drukte, een groot deel (58%) van de senioren is het over één ding eens, ongeacht waar ze wonen: het krimpgebied heeft ook zo zijn voordelen, zoals rust en de hechtheid van de bevolking.