Altijd al willen weten waarom onze kinderen in hun teenagerjaren zo’n problemen hadden met het opruimen van hun kamer? Na wetenschappelijk onderzoek meent men nu daar een antwoord op te hebben.
Wetenschappers zijn tot de conclusie gekomen dat onvolwassenen een gedeelte van het brein, dat zorgt voor het rekening houden met andermans gevoelens, niet volledig gebruiken. Het schijnt dat ons neurale besluitvormingsproces heel langzaam volwassen wordt, en dat daar het typische gedrag van onvolwassenen aan te wijden is. Het onvolwassen brein ondergaat namelijk grote veranderingen, en bereikt volwassenheid pas tussen 20 en 30 jaar.
Dr. Blakemore en haar team gebruikte een uiterst moderne MRI-apparaat om de brein-activiteit te meten van jongeren tussen 11 en 17 jaar, en van jonge volwassenen tussen 21 en 37 jaar. De MRI-techniek meet de bloedstroom in verschillende gebieden in het brein, en kan zogenaamde ‘hotspots’ identificeren waar veel activiteit is. De twee groepen vrijwilligers werden gevraagd te denken aan wat zij zouden doen in bepaalde situaties dat betrekking had op hun eigen acties.
De onderzoekers konden bijvoorbeeld vragen: “Je wilt naar een film. Kijk je in het nieuwsblad welke films er draaien?” Bij het denken wat zij zouden doen, gebruikten beide groepen hetzelfde neurale pad; maar verschillende delen van het neurale pad waren het meeste actief. De groep volwassenen gebruikten een breingebied aan het begin van het neurale pad om hun antwoorden te geven – genaamd de Medial Prefrontal Cortex. De groep onvolwassenen lieten de meeste activiteit zien aan het eind van het neurale pad – genaamd de Superior Temporal Sulcus.
“Het brein-gebied dat de volwassenen gebruiken is betrokken bij een hoger denkniveau, zoals denken aan de consequenties van hun acties in betrekking met de gevoelens van anderen”, zei Dr. Blakemore. “De superior Temporal Sulcus wordt meestal gebruikt bij simpele acties, of bij het kijken naar de acties van andere mensen. We denken dat onvolwassenen bij deze test alleen maar denken aan de acties die ze zullen ondernemen”.
Het brein van, bijvoorbeeld een vijftienjarige jongen is nog steeds in ontwikkeling; hij is een geheel andere persoon als hij 25 jaar is. Zijn brein is anders.
Dus als je als je ooit gedacht hebt, “waarom ruimt mijn dochter haar kamer niet op, ze weet toch dat ik dat graag heb?”, dan weet je nu dat de onvolwassen jongeling bij haar acties geen rekening hield met de gevoelens van andere mensen. Ze kon het gewoon niet, omdat het brein dat nog niet kon. Had je dat nu maar eerder geweten!
Bron: BBC Science
Hagar Hagarson