Wat doet een missie met je en hoe verwerk je dat? Daarover las ik in het boek ”De Gijzeling” van majoor Jos Gelissen (1956). Na zijn missie in Bosnië kreeg hij een Post Traumatische Stress Stoornis (PTTS).
Het veteraneninstituut nam op 9 november 2007 het initiatief tot de ‘’Stichting Veteranen Kunst.’’ Leden zijn veteranen die kiezen voor creativiteit als communicatiemiddel naar de maatschappij en als verwerkingstherapie. Zoals ook Jos Gilessen. Hij werd vier weken lang gegijzeld in Bosnië.
Sarajevo
Jos Gelissen was als militair waarnemer van de Verenigde Naties (VN) van 4 mei tot 4 november 1995 in Sarajevo. Hij had zich als vrijwilliger gemeld vanuit de gedachte iets ‘in die verschrikkelijke oorlog’ te kunnen betekenen. ‘’Hetgeen achteraf een grote fout bleek’’, lees ik in zijn autobiografie ‘De gijzeling’ (mijnbestseller.nl ISBN 9789461933454, 2012).
Hoofdstuk voor hoofdstuk lees ik ‘’De gijzeling’’ van Jos Gelissen, Voor het eerst besef ik aan welke gevaren militaire waarnemers zich blootstellen. ‘’Dit had ik niet verwacht. In het begin was dat best angstaanjagend. Gaandeweg raakte ik er meer aan gewend,’’ schreef Jos,
Voortdurende bedreigd
Zowel Bosniaks (Bosnische moslims) als Serven bedreigden voortdurend de VN-soldaten. Deze reden met een noodgang door het ‘’one fucking deadly minute’’ gebied.‘’Ik voelde me helemaal niet goed. Machteloos in de rol van passagier.’’
Na het lezen komen flarden van het boek bij mij terug. De beelden van stukgeschoten lichamen die op zijn netvlies blijven kleven. De voortdurende angst maar ook de kick van de spanning.
In dit alles blijft Jos geestelijk ijzersterk overeind. Ter plekke neemt hij afstand van alle ellende door er naar te kijken als naar een film. Dit vanuit het besef dat deze oorlog niet zijn oorlog is.
De gijzeling
Na de NATO-bombardementen op Servische munitiedepots arresteren de Serven Jos Gelissen en zijn team. Ze worden uitgejoeld en bespuugd. De Serven binden hen vast aan een vlaggenmast van een munitiebunker. Ze dienen als levend schild tegen de luchtaanvallen. Een strijder wil Jos de keel doorsnijden.
Van 26 mei tot 22 juni 1995 blijven majoor Jos en zijn team gegijzeld. Met een revolver tegen zijn hoofd klaar om te knallen ondervragen ze hem. Op zulke momenten hoopt Jos dat ze meteen raak schieten.
Pas na vier weken mag hij de bunker verlaten. Hij keert terug naar zijn gezin. Hij vertelt over zijn belevenissen, maar niet over de momenten van doodsbedreiging. Na tien dagen verlof keert hij terug naar de oorlog. Bij het zien van zijn maten zwijgt hij weer over de momenten van doodsbedreiging. ‘’Daarmee begon het verdringen’’, schrijft hij in De gijzeling.
Hij is toch geen watje?
Troost zocht hij in de drank. Tijdens een verkenning in Polen barstte hij in huilen uit. Was er niet meer bij met zijn gedachte. Hij was zwaar overspannen. Steeds weer wilde hij zichzelf bewijzen. Hij was toch geen watje?
In 1999 keerde hij als majoor terug naar Sarajevo. Na deze missie strandde zijn huwelijk. Hij kreeg een pseudo-psychose. ‘’Ik zag dingen die er niet waren, zoals Servische soldaten in de tuin.’’
Hij voelde zich eenzaam. Zat in een hel. Uiteindelijk belandde hij op de psychiatrische afdeling van het Centraal Militair Hospitaal. Daar ontwikkelde hij zijn creativiteit. ’’Het tekenen en schilderen trokken mij eruit.’’
Volledig afgekeurd
Eind 2006 werd hij volledig afgekeurd wegens PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom). Op 15 december 2007 kreeg hij het Draaginsigne Gewonden uitgereikt.
Deze belangrijke onderscheiding wordt toegekend aan militairen en veteranen die onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen. ‘’Hierdoor kon ik dingen afsluiten en een plekje geven,’’ schreef Jos aan het eind van ‘De gijzeling’.
Het tekenen ontvouwde zich van potlood naar pen naar kleurpotlood. Later volgde het penseel. Eerst aquarel en plakkaatverf, toen naar acryl en olieverf, allemaal met nieuwe technieken. Met veel passie en bewogenheid ontwikkelde hij zichzelf door het lezen van studieboeken en steeds weer nieuwe technieken uitproberen.
Met creativiteit ervaringen verwerken
Sinds de Tweede Wereldoorlog brengen Nederlandse militairen vaak ver van huis stabiliteit terug in ontwrichte samenlevingen. Na thuiskomst praten ze niet of nauwelijks over hun benauwende belevenissen.
Ze zwijgen veelal over hun inzet. Creatief bezig zijn is voor sommigen een betere of soms zelfs de enige manier om te verwerken wat zij gezien en/of meegemaakt hebben.
Amanda Jansen
Amanda Jansen (Australië 1983) was van 2007-08 en in 2009 in Afghanistan. In 2010 kwam ze in de ziektewet wegen PTTS. In 2015 werd ze officieel dienstslachtoffer en verliet ze de militaire dienst.
Door haar oorlogstrauma raakte ze verslaafd aan de alcohol. ’s Nachts kon ze vaak niet slapen. Dan trok ze het bos in. Daar ontdekte ze stokjes, waarmee ze verfstippen op het doek ging zetten.
Zoals de Aboriginals in haar geboorteland Australië dat al generaties lang doen. Dat geeft haar werk een effect die doen denken aan pointillisme of braille. Je herkent haar stijl bijna direct en overal.
De Doorzetster: een ode aan de liefde
In juli 2020 verscheen mijn autobiografie ‘’De Doorzetster: een ode aan de liefde,’ Ze dankt haar titel aan het door Peter (1935) in zijn jeugd opgelopen oorlogstrauma. Na de aanslag op de MH17 keerde dat in alle hevigheid terug. Als zijn toenmalige vriendin stond ik voor de keuze: haak ik af of zet ik door? Nu treden we met ons verhaal naar buiten om te laten zien dat er na de strijd nog zo veel moois kan ontstaan.