Bibliotheken hebben – naast tegenwoordig ook andere zaken zoals CD´s – vooral heel veel boeken. Daar brengen ze een bepaalde rangorde in aan: zo zijn er de “gewone” boeken die keurig op alfabet of thema in de kasten staan, en er zijn Toppers en Sprinters.
Toppers zijn boeken waarvan de bibliotheek verwacht dat ze voor een breed publiek interessant zijn.
Sprinters zijn boeken die net verschenen zijn en die erg in de belangstelling staan. Deze worden direct bij de boekwinkel ingekocht en beschikbaar gesteld. Ze kunnen maar voor één week geleend worden en ze kunnen niet verlengd worden. Ook moet daarvoor wel iets extra’s aan leengeld worden betaald.
Als veel-lezer loop ik heel regelmatig de bibliotheek binnen en ik heb ook bijna altijd een lijstje bij me met auteurs en titels die ik graag eens wil lezen. Maar niet altijd met een duidelijk idee wat ik nu op juist dit moment wil lezen. In die gevallen kom ik vaak niet eens bij de boekenkasten in de buurt, want op een prominente plaats midden in de bibliotheekruimte staat de Toppertafel. Hierop liggen niet die drie Nederlandse populaire zangers die met hun opzienbarende glitter wel luidkeels de pers maar niet de finale van het Songfestival 2009 gehaald hebben…
Wat er wel ligt, zijn relatief recente boeken, van heel diverse genres… zómaar voor het (on?)wille-keurig uitkiezen: van romans tot kinderboeken, van reisboeken tot populair wetenschappelijk werk, en bijvoorbeeld ook boeken in andere talen, van Arabisch tot Spaans, en ook Nederlandse literatuur, verrassend vertaald in één van de moderne talen… Die Toppertafel vind ik een geweldige uitvinding, omdat die me naar boeken leidt die me anders nooit onder ogen zouden zijn gekomen… En ik word altijd graag attent gemaakt op weer eens iets anders dan wat ik al ken…
Zo lag daar onlangs een roman over Suriname van Lisette Lewin De verloren savanne (2008) en die nam ik mee…
Daar heb ik geen spijt van gekregen…
Hoofdpersoon in deze min-of-meer historische roman van maar liefst 444 bladzijden is Loulou Speijer, die zojuist in Amsterdam door haar geliefde, ene Joost, in de steek is gelaten en nog diezelfde avond is ze – kennelijk was ze wat aangeschoten – op het Leidseplein overvallen en beroofd. Om haar zinnen wat te gaan verzetten verdiept ze zich met tante Tilly, haar enige bekende nog overgebleven familielid, in hun Surinaams-Joodse en mogelijk ook Indiaanse afkomst. Er zijn bij die tante nog wat dagboeken en familiefoto’s.
Eerst bezoekt ze Texel waar indertijd de schepen naar Suriname vertrokken en ontmoet daar Charles die n.b. ook een Speijertelg blijkt te zijn: een verre neef. Dan vertrekt ze naar Suriname. Het is vanuit Loulou dat het verhaal zich laat vertellen, en haar (reis-)verhaal wordt af en toe kort afgewisseld met oude brieven en b.v. fragmenten uit de overgeleverde dagboeken van Oma Georgie en ook de herinneringen van neef Charles. Hem ontmoet ze namelijk opnieuw in Suriname, als hij hetzelfde moment blijkt te hebben uitgekozen om er met zijn zoon Léon op zoek te gaan naar herinneringen aan vroeger.
Ik kom zelf helemaal niet uit Suriname maar heb er een paar jaar geleden wel rondgereisd en had het gevoel mijn eigen reis naar Suriname weer helemaal opnieuw te beleven door al die verwijzingen naar herkenbare dingen en plekken. Ook maakt zij de tochtjes naar de binnenlanden die ik er heb gemaakt. De schrijfster heeft zich heel goed gedocumenteerd, waardoor de beschrijvingen zeer gedetailleerd zijn en doorspekt met allerlei kleine alledaagse feitjes & wetenswaardigheden. Dat maakte dat ik Suriname weer terugzag in geur & kleur, weer proefde in het koele Parbobier en de typische roti, weer hoorde in het levensgenietende schaterlachen, het Sranantongo en o.a. ook de Tropische schrille vogelgeluiden, en weer om me heen voelde in de klamme warmte…
Maar Loulou Speijer is niet alleen op zoek naar het land en de familiegeschiedenis. Tegelijkertijd worstelt ze met haar eigen identiteit en zoekt er naar zichzelf… Daardoor is het verhaal soms nogal chaotisch en ongericht en ze gaat ook ver terug in de tijd, waarbij ze historische figuren, zoals de Tachtigers, opvoert. Gelukkig is er ook een stamboom opgenomen in het boek, wat wel helpt om daarbij de verbanden enigszins te blijven zien. Het lot van de Speijers was uiteindelijk wat droevig.
Aan het slot neemt het verhaal ook nog een tamelijk dramatische wending, die ik niet uit de doeken zal doen…
Nee, ik was het niet eens met wat ik in de korte samenvatting in het bibliotheekregister vond, dat het een historische roman betrof. Het verhaal speelt zich niet echt af in het verleden. Dat wordt wel opgerakeld en uitgeplozen maar het verhaal in het nu is toch de meest leidende rode draad.
Dat verschil van mening over de classificatie neemt echter niet weg dat ik het een goede greep van de Toppertafel heb gevonden en het met veel plezier heb gelezen…
Trefwoorden: Suriname, historisch, reizen, Toppers