Koning Willem-Alexander opent op 10 oktober de expositie ‘Rembrandt-Velásquez. Dit in aanwezigheid van de Spaanse koning Felipe. De tentoonstelling toont ruim 60 meesterwerken uit de 17e eeuw, waaronder werken van Velàzquez, Rembrandt, Murillo, Vermeer, Zurbarán, Hals en Ribera. Ze is tot en met 19 januari 2020 te zien in het Rijksmuseum. Op 8 oktober namen we alvast een voorproefje.
De expositie toont topstukken uit de 17e eeuw op haar mooist. Verdeeld naar thema zoals liefde, overgave en andere persoonlijke invalshoeken krijgt elk werk de ruimte om in al haar schoonheid te pronken.
Vaandeldrager
De expositie opent met ‘’De vaandeldrager’’ (1636) van Rembrandt. Het is een zelfportret van de meester zelf. Uitdagend kijkt de dappere strijder ons aan. Dwars tegen de tijdgeest in bewandelde Rembrandt zijn eigen weg. .
Zoals ook de vaandeldrager voor de troepen uitliep. Gekleed in opvallende kleren en met het vaandel in zijn hand. Hij liep veel risico en was door zijn onverschrokkenheid een voorbeeld voor de groep.
‘’Ik ben voor niemand bang’’. Dat lijkt de boodschap te zijn. Zoals ook Rembrandt zich niet liet weerhouden om nieuwe wegen in te slaan. Daarmee vernieuwde hij de schilderkunst. Zoals ook Velàzquez dat deed in Spanje.
Francisco de Zurbaràn en Pieter Janszn Saenredam
Rembrandt en Velàzquez kenden elkaars werk niet. Als twee totaal verschillende landen voerden de Republiek der Nederlanden en Spanje met elkaar oorlog gedurende tachtig jaar. Aan het hoofd van beiden stond Koning Philips II van Spanje.
Nederland was protestant, maar Spanje katholiek. Het essentiële verschil zie je o.a. in de werken van Francisco de Zurbaràn en Pieter Janszn Saenredam. De Spaanse meester schilderde het ‘’Agnus Dei’’.
Dat is het Lam Gods en een vast onderdeel van de heilige mis. Je ziet een onschuldig lammetje als het symbool van Christus’ lijden. Zijn pootjes zijn gebonden. Gelaten ondergaat het zijn lot. Bij het zien raak je vertederd.
Dat geldt niet voor Saenredams doek ‘’Interieur van de sint Odulphuskerk in Assendelft’’ (1649). Dit toont een lege kale kerk met in het midden de preekstoel.
Het doek roept je tot slechts een enkele emotie: ontzag voor Gods woord.
Velàzquez en Rembrandt
In de Republiek der Nederlanden vormde het burgerschap het fundament, maar in Spanje het invloedrijke koningshuis. Als hofschilder schilderde Velàzquez zijn opdrachtgever koning Philips IV en andere hooggeplaatste heren vanuit een diep ontzag. Staand en levensgroot, afstandelijk en koel. Zie: Velàsquez, Doña Antonia de Ipeñarrieta y Galdós en haar zoon Luis (1632).
Anders dan de Spanjaarden lieten de Nederlanders zich niet zomaar bevelen door de vorst. In hen ontbrandde het vuur van verzet tot de 80-jarige oorlog. Wat dat betekent voor de schilderkunst zie je bij Rembrandt.
In het stuk ‘’Marten Soolmans en Oopjen Copput’’ (1634) oogt bijna frivool. Anders dan bij de Spaanse Meester neig je er niet naar om omhoog te kijken. Ze stralen minder afstand uit.
Er was nog een verschil tussen de Nederlandse Republiek en Spanje. De markt voor de kunstenaar in de lage landen was vrij. In Spanje kreeg de kunstenaar opdrachten van kerk en koningshuis.
Ondanks deze hemelsbrede verschillen waren er tal van overeenkomsten. Welke? Dat ontdek je in de expositie Rembrandt en Velàsquez.