Ren Jacobs Ik zondig met genoegen tegen de traditie.

50 plus - Rene Jacobs
50 plus – Rene Jacobs

Al dertig jaar lang werken René Jacobs (60) en Harmonia Mundi succesvol samen. Dat moet gevierd worden, vond het platenlabel. In de box ‘René Jacobs by himself. Un bout de chemin ensemble’ (‘Een eindje samen oplopen’) selecteerde de oudemuziekspecialist in 32 tracks de hoogtepunten uit de talloze opnames die hij gedurende die dertig jaar heeft gemaakt. Een documentaire DVD werpt bovendien een boeiend licht op de gepassioneerde werkdrift van de vroegere countertenor en huidige dirigent.

door Joke Dame

Goedemorgen! Je stem zit goed hoor. Zenuwachtig? Rotweer in Parijs? O, was je in Göttingen!’ De dirigent René Jacobs doet zijn ronde langs de kleedkamers, pal voor een operavoorstelling in de Brusselse Munt. Engels, Frans, Duits, het komt hem allemaal even moeiteloos over de lippen. Vergroot je stap om hem bij te houden in de fi lm ‘Entre rigueur et fantaisie’ en je springt door de tijd, zíjn tijd, met repetities, opera- en concertuitvoeringen van de zanger Jacobs en de dirigent Jacobs. Via Brussel naar Parijs, Innsbruck, Freiburg en Berlijn. We lopen in fl ink tempo met de Belg door de Franse hoofdstad en belanden net op tijd in het Théâtre des Champs-Elysées voor een fraaie ‘Le nozze di Figaro’ met Concerto Köln. Om vervolgens in zijn Parijse appartement in de Marais zijn vrouw (‘we zijn een team, samen’) te horen zeggen: ‘Er stroomt geen bloed maar muziek door zijn aderen.’ Meteen weer
op weg naar de Munt voor Händels ‘Agrippina’. Stop, maestro Jacobs, stop. Kunnen we bij het begin beginnen?

Versieringen
Gent. Begin jaren vijftig van de vorige eeuw. In de Sint-Baafskathedraal zingen kleine jongens in witte koorhemden elke zondag de mis. Gregoriaans, ‘uitstekende stemtraining’, en op hoogtijdagen polyfone missen. En als toppunt ieder jaar Bachs Matthäus Passion. René Jacobs is een van die zingende jongens. Daar en toen voelde hij dat hij zanger wilde worden en ontstond zijn liefde voor de muziek. Niet door de pianolessen die hij moest volgen van zijn muziekminnende moeder. De juf mepte hem op zijn vingers. En ook de eerste opera waar zijn moeder hem naartoe sleepte, Mascagni’s ‘Cavalleria rusticana’ sloeg niet aan: ‘Ik háátte verismo en dat is niet veranderd’. Maar zingen was zijn passie, al moest hij van zijn ouders eerst een ‘echt’ diploma halen. Het werd er een in de klassieke talen. Van de studie zou hij later voor de barokopera’s met hun mythologische en historische thema’s nog veel profi jt hebben.
Zingen deed hij intussen toch ook. Zijn hoge register herkende hij toen hij een opname hoorde van de Engelse countertenor Alfred Deller, en die hoge stem bracht hem vanzelfsprekend op het pad van de oude muziek. Daar begreep hij aanvankelijk niet veel van. ‘Je voegt noten toe,’ riep hij ontdaan tegen de fluitist Bart Kuijken, die hem de beginselen van de barokversieringen moest uitleggen en hem gedegen de les las over uitvoeringspraktijk, bronnenonderzoek en oude zangtraktaten. Jacobs kijkt en luistert met geamuseerde
vertedering naar opnames van zichzelf uit die jaren ’70.
Officieel is de Vlaamse countertenor nooit gestopt met zingen. Maar dat hij zijn stembanden zo langzamerhand defi nitief heeft ingewisseld voor de bâton en de laatste jaren de meest schitterende, vaak onbekende barokopera’s op de planken heeft gezet, kan niemand zijn ontgaan. Als artistiek leider van de Innsbrucker Festspiele bracht hij jaarlijks twee barokopera’s. Dat betekende een studie op zich. ‘Want,’ legt Jacobs uit, ‘je moet hard werken
voor je zo’n opera kunt uitvoeren. In de partituur staat lang niet alles opgetekend. Het is niet meer dan een schets. Je moet die schetsmatige partituren instrumenteren en quasi-improvisaties uitschrijven voor de zangers.’ Die zangers hebben aan Jacobs een bijzondere dirigent die weet waar hun problemen liggen. ‘Anderzijds leert hij je juist minder een zanger te zijn,’ zegt Lawrence Zazzo, een van Jacobs’ favoriete countertenors, ‘je minder op de vocale lijn te richten, omdat de tekst zo belangrijk is. De muziek staat bij hem altijd in dienst van die prachtige Italiaanse poëzie.’
‘Ik zondig tegen de traditie, want ik moet volle zalen trekken,’ laat oudemuziekexpert Jacobs uitdagend weten. Authentieke reconstructies van barokopera’s interesseren hem niet. ‘Ik ga veel te ver voor de puriteinen, en dat doe ik met veel genoegen. Ik kom het moderne publiek tegemoet, maar ben niet ontrouw aan de geest van het stuk.’ Moderne ensceneringen als Monteverdi’s L’Orfeo met choreografe Trisha Brown in Brussel en akoestische experimenten met de plaats van de instrumentalisten (L’Orfeo met regisseur Barrie Kosky in Berlijn) kunnen op Jacobs’ gretige medewerking rekenen. Intensieve samenwerking met zijn regisseurs kenmerkt zijn werkstijl.

Glimlach
Freiburg im Breisgau. Jacobs, wollen mutsje op zijn krullen, herinnert zich dat hij dáár voor het eerst foie gras heeft gegeten en lacht er wat bij. Iets tussen schuldbewust en spottend in. Met datzelfde lachje biecht hij op dat hij sinds enkele jaren af en toe van het barokpad afdwaalt. Haydns grote oratoria Die Jahreszeiten en Die Schöpfung heeft hij gedaan. En natuurlijk Mozarts opera’s. Le nozze di Figaro is vorig jaar verschenen op cd en DVD,
Don Giovanni volgt later dit jaar.
De loop van de muziekgeschiedenis volgend, kwam hij als vanzelf uit bij Haydn, de vader van de symfonie, legt Jacobs uit. Je ziet hem genieten van de repetitie met het Freiburger Barockorchester. ‘Zonder zangers,’ zegt Jacobs, met weer dat lachje. Niet dat hij een hekel aan ze heeft, geenszins, ‘j’aime les chanteurs.’ Maar de pure, instrumentale muziek heeft hem in zijn greep gekregen, ook al humt hij tijdens de repetitie met zijn falset- of borststem de thema’s vrolijk mee. Bovendien, meent Jacobs, zingt het orkest uiteindelijk ook. Je kunt een symfonie best beschouwen als een drama voor orkest alleen. Hij is enthousiast over het hoge technische niveau van het orkest uit Freiburg. En heeft het over de Freiburgers als hij zegt: ‘Wanneer ik met dit orkest werk, glimlach ik de hele tijd, en dat is niet met elk orkest het geval.’
Het enthousiasme is wederzijds. De concertmeester Petra Müllejans waardeert, naast zijn strikt professionele aanpak, Jacobs’ fantasievolle benadering van de partituur. Die fantasie komt echt niet alleen van hem, vindt Jacobs. ‘Speel je malle versieringen maar weer eens,’ grapt hij tegen fagottiste Donna Agrell. Maar Müllejans bedoelt het toch iets anders. ‘Het feit
dat hij uit de wereld van de opera komt, is voor de symfonieën een enorm voordeel. Hij versterkt als vanzelfsprekend de dramatische kant van deze muziek.’ Luister naar de recent op cd verschenen Mozartsymfonieën, de Jupiter en de Praagse, en je hoort precies waar Müllejans het over heeft.

René Jacobs by himself.
Un bout de chemin ensemble
2 cd’s, 1 DVD, discografie
Harmonia Mundi HMX 290821.16
Symfonie 38 (Prager) en 41 (Jupiter) –
W.A. Mozart
Freiburger Barockorchester o.l.v. René Jacobs
Harmonia Mundi HMC 901958

DVD Le nozze di Figaro – W.A. Mozart DVD
Concerto Köln o.l.v. René Jacobs
Bel Air Classique BAC2017

DVD Membra Jesu Nostri – Dietrich Buxtehude
Solisten en Schola Cantorum Basiliensis o.l.v. René
Jacobs
Film van Omas Grimm (opgenomen door de Zwitserse
televisie, 2005)
HMC 9909006
































Artikel links