Rivierzeilen van Tiel naar Kampen

Zeilen op stromend water met veel beroepsvaart is een bijzondere ervaring, zoals blijkt uit dit verslag van een zeiltocht over de Waal en de Gelderse IJssel.

Maandag 11 juli Tiel-Nijmegen
Het eerste wat ik zie, als ik wakker word, is de sterrenhemel (want ik heb de dektent deze nacht niet opgezet) en het bewegende vaantje in de top van de mast. Er is dus wind !In alle vroegte (om 6uur) laat ik me door de noordenwind de Tielse haven uit blazen. Ik steek direct de Waal over en houd stuurboordwal. Bij de strekdam tegenover het Amsterdam-Rijnkanaal kruip ik langzaam tegen de stroom op, want zoveel wind is er nu ook weer niet. Kribbetje varen gaat beter. Als mijn vlag wappert, kan ik een krib voorbij komen. Hangt de vlag stil, dan moet ik wachten op een vlaagje. Het kribbetje zeilen gaat bij niet al te veel wind beter dan ik verwachtte. Een aanloop nemen helpt.

Onder de brug van Echteld heb ik even de motor er bij nodig.Als ik juist bij het ronden van een krib ingehaald word door een vrachtschip, merk ik de retourstroom van het schip heel duidelijk. Het water dat voor het schip opgestuwd wordt en langs de zijkanten terugstroomt, remt mij af en soms kom ik even helemaal stil te liggen, maar de boot blijft steeds goed bestuurbaar, want ten opzichte van het water, houd ik wel degelijk snelheid.De logica gebiedt dat je dit effect ook kunt omkeren tot je eigen voordeel. Zou ik bakboord wal gaan varen, dan zullen de me tegemoetkomende schepen een retourstroom veroorzaken die me juist helpt om vooruit te komen.

Bij noordenwind verwacht ik aan de bakboord-(hoge)wal echter luwte door begroeiing en bebouwing, dus ik houd de stuurboordwal.Eens te meer blijkt dat de door de beroepsscheepvaart veroorzaakte golven voor een open zeilboot geen probleem hoeven te zijn. Een zeilboot ligt natuurlijk juist bij halve wind, door de winddruk in het zeil, vast op het water.Op de wal staren twee mannen verbaasd naar mij en ze roepen me toe dat ik zeker een bekeuring zal krijgen. Zij hebben ongelijk, en als antwoord zwaai ik met mijn almanak. Zeilen op de Waal mag, laveren mag niet.Om half vier vaar ik met behulp van de motor de passantenhaven van een zonovergoten Nijmegen binnen. Ik heb 9½ uur non-stop gezeild.

Dinsdag 12 juli Nijmegen-Arnhem
Nijmegen ziet er vanaf de Waal indrukwekkend uit en de rivier stroomt hier snel. Ik vaar nu op motorkracht, want er is weinig wind en de oevers ten oosten van Nijmegen zijn bosrijker dan we in de Betuwe gewend zijn.Ik ontdek hoe ik de beroepsschippers die me passeren kan verleiden me te groeten. Als een schip me voorbijloopt, wacht ik tot de stuurhut op gelijke hoogte met mijn boot is. Vaak kijkt de schipper dan even opzij door de open staande deur van de stuurhut. Op dat moment groet ik. Meestal groeten ze dan wel terug.Bij Millingen steek ik de rivier dwars over en vaar stroomafwaarts het Pannerdens Kanaal in.

Het Pannerdens Kanaal is geopend in 1707 en is gegraven om de Nederrijn en de IJssel meer water te geven en zo voor verzanding te behoeden. Na ca 6 km gaat het Pannerdens Kanaal over in de Neder-Rijn die naar Arnhem voert. Ik heb nu stroom mee en wind tegen. Dit wordt een roeidag. Mijn boot van 6 m lang en 2 m breed is wat lomp om te roeien, maar met de stroom mee is het best te doen, als je je maar niet te druk maakt en de stroom het meeste werk laat doen. In alle gevallen kun je met gemak roeiend de beroepsscheepvaart uit de weg blijven.

Het is die dag weer voor de zonnebrandolie en s’middags laat ik mijn boot op de gietijzeren kiel stranden op een van de strandjes en breng een lange lijn naar de wal. Na heerlijk gezwommen te hebben, tilt de boeggolf van een passerend schip mijn boot op, zodat ik vanzelf loskom en mijn roeitocht kan voortzetten. s’Avonds zit ik te dineren op een terras aan de Rijnkade in Arnhem.

Woensdag 13 juli Arnhem-Doesburg-Zutphen
Om 6.30 verlaat ik de haven van Jason en vaar met behulp van de buitenboordmotor stroomopwaarts tot de IJsselkop. Nu gaat de motor uit en zal de hele dag uit blijven. De IJssel is hier mooi en intiem met veel begroeiing op de oevers. De stroming is vrij sterk.Ik laat mij door de stroom meevoeren. Zodra de tegenwind vat krijgt op de boot keert de boot vanzelf om en draait de kont naar de wind. Achteruit varend ben ik nu bestuurbaar, zonder zeilen en zonder motor. Ik vaar als het ware voor top en takel en word ondertussen door de stroom achteruit gezet. Dit is rust in optima forma en vrachtschepen hoor ik op kilometers afstand aankomen. Als de wind mij te veel afremt, leg ik de boot (en dus de kiel) dwars op de stroom, zodat de stroom meer vat krijgt op de boot. Bovendien zoek ik de riviergedeelten op waar de stroming het sterkst is. Bij zijwind werkt dit niet en dan moet ik als de wiede weerga mijn zeilen hijsen.Ook de vroegere zeilschippers pasten dit soort methodes toe. Soms lieten ze een ketting over de bodem slepen die het schip enigszins afremde en zo stroming langs het roerblad veroorzaakte waardoor het schip, achteruitvarend, bestuurbaar werd.

Na een uurtje hijs ik de zeilen en moet, met noordenwind, laveren Dit blijf ik de hele verdere dag doen tot ik ‘s avonds de jachthaven van Zutphen binnenloop.De IJssel is een schitterende rivier om te laveren. Doordat de stroming je helpt, kun je lange slagen maken. Er is behoorlijk veel beroepsvaart. De vrachtschepen zijn allemaal ongeveer even groot en varen ongeveer even snel. Ik pas de volgende tactiek toe: Zodra ik een schip hoor aankomen, val ik, na het overstag gaan, af tot voor de wind. Ik vaar nu voor de wind tegen de stroom in, dus terug. Ik haal nu de grootzeilschoot in, zodat de snelheid ten opzichte van het water afneemt, en kom nu ten opzichte van de wal geheel stil te liggen. Zo wacht ik tot het vrachtschip voorbij is, stilliggend, maar wel degelijk bestuurbaar, want de IJssel stroomt onder mijn boot door en dus langs mijn roer. Deze manoeuvre pas ik deze dag wel 25 keer toe, want er is niet weinig vrachtverkeer. Enkele malen laat ik zo ook een groot passagiersschip passeren.

Muisstil wacht ik ze af, en ze zijn nog niet voorbij of ik zeil door hun schroefwater heen. De wendbaarheid van de 16 kwadraat komt hierbij goed tot z’n recht. Het toepassen van deze manoeuvre geeft me het gevoel dat ik de situatie beheers zodat ik me afvraag waarom het opkruisen van het vaarwater eigenlijk verboden is.Om 19.00 uur loop ik de jachthaven van Zutphen binnen. Van de havenmeester krijg ik flink op m’n kop, ten eerste omdat ik op de IJssel zeil, wat uit den boze is, en ten tweede omdat ik laveer, wat al helemaal niet mag.Nadat ik hem ook nog tegengesproken heb, met het BPR in de hand, noemt hij mij een Batavier met een eigenwijze kop. In dat laatste heeft hij natuurlijk wel gelijk.Maar Zutphen heeft zijn ontstaan als Hanzestad te danken aan de zeilvaart en er is toch veel voor te zeggen om iets van die traditie in stand te houden.

Donderdag 14 juli Zutphen-Deventer-VeessenIn alle vroegte verlaat ik de haven. Spoedig zie ik de IJsselbrug op me afkomen. De brug kan niet open wegens reparatie en de havenmeester heeft me gewaarschuwd dat ik de mast moet strijken. Daar heb ik weinig zin in en omzichtig nader ik de brug. Ik blijk er net onderdoor te kunnen.Na enkele kilometers passeer ik het Twentekanaal. Nu kan ik vrijer ademhalen.

Voorbij het Twentekanaal gelden ander regels. Laveren is hier toegestaan en een buitenboordmotor niet verplicht. Dat heeft er mee te maken dat de IJssel breder wordt en de scheepvaart minder druk. Niet dat het op dat moment veel verschil uitmaakt want wind is er nauwelijks. Soms, als het zeilen niet meer gaat bij gebrek aan wind, laat ik me met de zeilen gehesen achterstevoren meedrijven. Het beetje (schijnbare) wind dat opgewekt wordt door mijn eigen snelheid maakt me net bestuurbaar.Bij de kade voor de stad Deventer, waar de IJssel langs stroomt, rem ik de boot af met een lijn die ik om een bolder op de kade werp en laat slippen om een kikker op de boot, zoals ik dat in het boek “De Zeilsport” van H.C.A. van Kampen gelezen heb. Het lukt.

Zoals bij de meeste steden aan de rivieren komt men ook Deventer per boot binnen op een van de mooiste en historisch rijkste punten. Na een middagpauze op een terrasje bij de grote Lebuïnuskerk en een bidstond in de zelfde kerk, zet ik mijn tocht over de IJssel voort. Er is zo weinig wind dat de stromingspatronen zich op het wateroppervlak duidelijk aftekenen. Die avond bereik ik met behulp van enige spierarbeid het plaatsje Veessen waar ik in jachthaven IJsselzicht een ligplaats en een warme maaltijd vind. Van Veessen heb ik helaas alleen de jachthaven gezien.

Vrijdag 15 juli Veessen – Kampen

Bij vertrek wapperen er 6 gele vlaggen op de wal maar mijn eigen driekleur hangt slap. Een rustig begin, maar dat zal niet zo blijven. Allengs komt er meer wind. Het stromingspatroon is nu geheel verdwenen en er zijn ontelbare golfjes voor in de plaats gekomen. Na verloop van tijd wordt de wind zo sterk dat ik de boot in m’n eentje nog maar nauwelijks de baas kan. Dit is niet leuk meer. Wat moet ik doen ?Ik strijk fok. Dit geeft een weinig verlichting maar de boot is nu loefgierig geworden. De wind blijft toenemen en na een tijdje besluit ik te ankeren om het grootzeil te reven. Het lukt me te ankeren achter groene boeien, dus buiten de vaargeul. Vlug strijk ik het grootzeil zodat het anker minder belast wordt.

De genuafok vervang ik door de stormfok.en daarna probeer ik het grootzeil te reven. Dit is nog lastig genoeg omdat de wind en de stroom, die tegengesteld zijn, verschillende dingen met het schip willen doen. De boot ligt raar te dweilen boven z’n anker. Als ik met reven klaar ben besluit ik eerst het anker op te halen, en dan pas de zeilen te hijsen. Dit blijkt een goede beslissing te zijn.Met gereefde zeilen wordt het schip heel wat handelbaarder, maar desondanks spoelt het water nog af en toe over het gangboord.Ruim voor de spoorbrug van Zwolle ga ik voor anker en strijk de zeilen. Voorzichtig nader ik op de motor varend de brug. Het is me niet duidelijk of ik er onder door kan of niet. Vlak voor de brug wordt ik gepasseerd door een rondvaartboot en passagiers op het bovendek gebaren me dat ik er gemakkelijk onder door kan. Ook zij verkijken zich, want ik raak de brug precies met mijn vaantje dat krombuigt. Vlug vaar ik terug, anker opnieuw en laat mijn mast een klein stukje zakken.

Ondertussen hoor ik een bel rinkelen en pas later dringt het tot me door dat Nederland waterstaatkundig zo perfect georganiseerd is dat er ergens boven me in een hokje een ambtenaar zit die de spoorbrug voor mij open wil doen. Omdat ik niet reageer, blijft de brug echter dicht en op eigen kracht kom ik er onder door.Door de goede wind ben ik snel opgeschoten en om 16.00 uur loop ik de Bovenhaven in Kampen binnen, waar ik gastvrijheid ondervind. In het mooie Kampen zal ik het hele weekend blijven. Het clubhuis is elke ochtend open. Door een aantal senioren wordt daar de visserij en het wereldgebeuren besproken , maar zeker de helft ontgaat me want het Kampens dialect is voor mij geen open boek.

Zaterdag 16 juli

Dit is een dag om bij te komen. Ik douche en was mijn kleren. Omdat ik als gevolg van een missstap te water ga (met tas) heb ik veel dingen om te drogen. Er is gelukkig zon en wind. Ik klim in de mast om het vaantje recht te buigen en maak twee schotjes om mijn dektent, waarin ik de nachten doorbreng, enigszins winddicht te maken.Kampen is een prachtige stad. Drie monumentale poortgebouwen zijn behouden en naast de hefbrug met de vergulde wielen liggen imposante tjalken en klippers, sommige vierkant getuigd, drie rijen dik voor de kade. Ook kleine zeilpunters scharrelen rond op de IJssel en in de Bovenhaven liggen talrijke visbootjes, waarvan enkele originele houten exemplaren.

Ik beëindig hier mijn verslag, hoewel mijn reis nog niet ten einde is. Een verblijf in Wanneperveen en de terugreis naar Tiel zullen nog volgen. Tot nu toe heb ik 185 km afgelegd en 4 liter benzine verbruikt.Ik heb een reis gemaakt waarvan ik ooit gedroomd heb en waaraan ik met plezier zal terugdenken.Ik groet de lezer.

Door: Henk de DreuVerschenen in het verenigingsblad De Waalstroom van de Tielse watersportvereniging
Bewerkt door: Rob Dechering

Bron: Watersportverbond



































Artikel links