Bij etnische minderheidsgroepen in Nederland komt chronisch nierfalen twee keer vaker voor dan bij mensen met een Nederlandse achtergrond. Dat blijkt uit cijfers van de HELIUS-studie van het AMC en de GGD Amsterdam die deze week gepubliceerd werden in the American Journal of Kidney Diseases.
Chronisch nierfalen betekent dat de nieren verminderd werken. Dit leidt tot gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziektes. De uitkomst van dit onderzoek wijst op de noodzaak voor huisartsen om extra te screenen op nierfalen bij patiënten met een niet-Nederlandse achtergrond.
Belangrijke maat voor gezondheid
Je merkt er doorgaans niets van als je chronisch nierfalen hebt. Toch is de aanwezigheid van chronisch nierfalen een belangrijke maat voor gezondheid. Wanneer chronisch nierfalen (te) laat wordt ontdekt loopt de patiënt risico afhankelijk te worden van nierdialyse. En chronisch nierfalen leidt tot een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten en op overlijden.
Etnische minderheidsgroepen
Uit een net verschenen publicatie van het HELIUS-onderzoek, waaraan tot nu toe ruim 20.000 Amsterdammers deelnemen, blijkt dat chronisch nierfalen twee keer vaker voorkomt bij etnische minderheidsgroepen vergeleken met de groep met een Nederlandse achtergrond. Deze uitkomst wijst op de noodzaak om bij minderheidsgroepen meer bedacht te zijn op de aanwezigheid van chronisch nierfalen. In de huisartspraktijk dient dan eerder en vaker gescreend te worden op nierfalen, aldus dr. Liffert Vogt, internist-nefroloog bij het AMC. Dit zou betekenen dat patiënten eerder moeten worden behandeld of hun leefstijl moeten aanpassen om verergering van nierfalen en de complicaties ervan te voorkomen.
Vervolgonderzoek
In vervolgonderzoek zal worden gekeken of verschillen in gezondheid bij diverse etnische groepen verklaard kunnen worden door de verschillen in het voorkomen van chronisch nierfalen.
HELIUS
HELIUS staat voor ‘Healthy Life in an Urban Setting’ en onderzoekt de verschillen in gezondheid tussen de 6 grootste bevolkingsgroepen in Amsterdam – te weten Hindoestaanse Surinamers, Afro-Surinamers, Ghanezen, Turken, Marokkanen en West-Europese Nederlanders. Nierfalen kwam het meest voor bij Amsterdammers van Hindoestaans-Surinaamse, Ghanese en Turkse afkomst.
Bron: AMC