Cardiologen van het Catharina Ziekenhuis zijn erin geslaagd om voor het eerst ter wereld bij mensen het hart plaatselijk te koelen tijdens een hartinfarct. Door een deel van het hart vóór en na het dotteren te koelen kan volgens de cardiologen de schade van het hartinfarct mogelijk worden beperkt en een aanzienlijke gezondheidswinst worden behaald. Deze innovatieve procedure is samen met wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en LifeTec Group in Eindhoven ontwikkeld.
“We hebben bij 10 patiënten aangetoond dat het technisch mogelijk is het hart tijdens een hartinfarct op een veilige manier plaatselijk te kunnen koelen”, aldus cardioloog/intensivist Luuk Otterspoor, die op 11 januari op dit onderzoek aan de TU/e promoveert. Het onderzoek werd verricht onder leiding van Prof. dr. Nico Pijls van het Catharina Hart- en Vaatcentrum.
Botsing op het sportveld “Vergelijk het met het koelen van een knie na bijvoorbeeld een botsing op het sportveld”, gaat Otterspoor verder. “Doordat er dan direct een ontstekingsreactie op gang komt, gaat de knie zwellen. Daarom worden, om deze zwelling te voorkomen, de spieren vaak direct gekoeld. Datzelfde principe hanteren we nu bij de hartspier. Door het gedeelte van het hart dat wordt getroffen door een dichtgeslibde – of vernauwde – kransslagader te koelen, ontstaat er na het openmaken van de vernauwing minder schade aan de hartspier. We denken dat hierdoor de uiteindelijke grootte van het hartinfarct en de schade aan de hartspier met 20-30 % verminderd kan worden.”
Vervolg-schade bij dotteren Bij patiënten die een acuut hartinfarct doormaken, dreigt een deel van het hartspierweefsel af te sterven. Daarom wordt tijdens een dotterprocedure de vernauwing van een kransslagader zo snel mogelijk opengemaakt. Maar zodra het bloed weer gaat stromen, zorgt dat altijd ook voor extra schade aan de hartspier. De hartspiercellen zwellen op en drukken daardoor de eigen haarvaten dicht. Dat zorgt voor onherstelbare schade. Otterspoor: “Die vervolgschade, zogenoemde reperfusieschade, gaan we met deze nieuwe methode proberen te beperken. In diermodellen is
internationaal al aangetoond dat koelen werkt, maar tot nu toe het was nog niet mogelijk om een mensenhart plaatselijk te koelen.”
Cardiologen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum brengen plaatselijk de temperatuur van het hart 4 tot 5 graden naar beneden door een vloeistof net voorbij de afsluiting in de kransslagader in te spuiten. Het aangetaste gedeelte van het hart wordt vervolgens tien minuten lang gekoeld. Daarna wordt de kransslagader met een ballonnetje geopend, waardoor het bloed weer naar het aangetaste gedeelte van het hart kan stromen. Otterspoor: “Daarna blijven we het hart nog eens tien minuten koelen, waarna in de vernauwing een stent wordt gezet.”
Hartfalen Bij de tien patiënten die de nieuwe behandeling hebben ondergaan , bleek dat de methode veilig is en technisch haalbaar en uitvoerbaar. Tijdens de nieuwe behandeling blijft de dichtgeslibde kransslagader tien minuten langer afgesloten. “Patiënten ondervinden hierdoor dus 10 minuten langer druk op de borst. Maar dat wordt gecompenseerd door de gezondheidswinst die je op langere termijn boekt.” De cardiologen verwachten dat deze nieuwe methode leidt tot verbeterde overleving van de patiënten die een hartinfarct hebben gehad en tot minder last van hartfalen in het vervolg van hun leven. Een complicatie die vaker voorkomt als een patiënt eerder een hartinfarct heeft gehad.
Europees onderzoek Het Catharina Hart- en Vaatcentrum gaat nu een groot Europees vervolgonderzoek starten om de effectiviteit van deze methode verder te testen en om na te gaan welke gezondheidswinst het lokaal koelen van het hart precies oplevert voor de patiënt. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in zes grote Europese hartcentra. Naast het Catharina Ziekenhuis zijn dat de hartcentra in Aalst (België), Glasgow (Engeland), Kopenhagen (Denemarken), Orebro (Zweden) en Boedapest (Hongarije). In deze ziekenhuizen ondergaan de komende tijd 100 patiënten deze nieuwe behandelmethode. Die groep wordt in een zogenoemde randomized controlled trial vergeleken met 100 andere patiënten die op de oude, traditionele manier worden gedotterd. “De verwachting is dat we over drie jaar harde cijfers hebben over de gezondheidswinst van deze nieuwe werkwijze”, aldus Otterspoor.