We landen om 9 uur met een perfecte landing. We mogen zonder moeilijkheden China binnen. De rugzakken komen ook al snel van de band. Er loopt wel een snuffelhond bij langs. We lopen door de douane. CHINA HIER ZIJN WE!!!!!
We zien een ATM en pinnen meteen maar 2500 RMB. We staan het geld te bewonderen en op hetzelfde moment dat we het pasje willen pakken, slikt het apparaat het in. Weg pasje! Dit begint goed. Er komt een bonnetje uit. Hierop staat gelukkig in het Engels dat de kaart is ingeslikt. Als ik om heen kijk zie ik een bank met dezelfde naam als op de ATM. We gaan er dus heen met de bon. De man achter de balie brabbelt ook een beetje Engels. De man kijkt en roept een collega. Ook deze kijkt en wenkt ons mee naar de ATM. Hij schuift het apparaat van de muur, maakt het open en ja gelukkig, daar is mijn pasje weer. Het kan natuurlijk ook niet stommer, op de allereerste dag je pasje al kwijt.
We gaan naar buiten en kopen een ticket voor de bus naar de stad. We zijn nu tenslotte budget-reizigers. Men wijst ons de bus naar het centrum aan. We stappen in de al volle bus die meteen vertrekt. De buitenwijken van Beijing zijn niet veel bijzonders, maar de binnenstad staat vol hoge gebouwen. De bijrijdster probeert ons een kamer in een hotel te verkopen, maar voor de eerste nacht hadden we al een hotel geboekt. Ze baalt dat ze ons niets kan verkopen en waarschuwt niet waar we er uit moeten. De bus is nu bij het eindpunt en we moeten er uit. Tja, we hebben geen flauw benul waar we nu staan. We pakken de Lonely Planet er eerst maar eens bij. We zoeken het adres van het geboekte hotel en we vragen in een winkel waar we zijn. Het hotel blijkt hier niet eens zo ver vandaan te zijn. We vragen ook maar meteen wat een redelijke taxiprijs naar het hotel is. Dit blijkt 20 yuan te zijn. We proberen eerst of we het kunnen lopen, maar het is erg warm en we zijn moe. Toch maar een taxi. De eerste chauffeur die we aanhouden vraagt maar liefst 100 yuan. We lachen hem honend weg. De volgende wil het wel voor 20 yuan doen. We rijden ongeveer 20 minuten en staan dan keurig voor de deur van het hotel. Van deur tot deur in 24 uur. Als we inchecken blijkt er geen reservering in de computer te staan. Maar we krijgen toch een kamer. Na een kwartiertje kunnen we erin. We gooien de rugzakken neer, gaan lekker even douchen, zetten een kopje koffie en we zijn er weer. Ons hotel ligt op 20 minuten lopen van het Tiananmenplein. Het verkeer is erg druk maar wel georganiseerd. De auto’s staan in rijen en er zijn duizenden Chinezen op de fiets. We wandelen door de straten die erg schoon zijn. Je ziet geen vuil op straat, er zijn vele straatvegers. Ze pakken de sigarettenpeuken met een tang vast en stoppen ze zo in een afvalzak.
Het weer is erg somber. Soms drupt het zelfs wat. We kopen een plattegrond waar alle bezienswaardigheden, metrostations en buslijnen in staan. Gelukkig zowel in het Engels als in het Chinees. We lopen wat rond en laten het even op ons inwerken: Hier staan we dan op het Plein van de Hemelse vrede. Het is moeilijk voor te stellen dat er in 1989 de studenten demonstraties met veel geweld zijn neer geslagen. We worden vaak aangesproken en soms wil men graag met ons op de foto. Een slimme fotograaf neemt foto’s van een andere Chinees met Bert op de achtergrond. Midden op het plein staat een obelisk als monument voor de helden der natie. We hebben geen zin om op de vlagceremonie te wachten. We lopen terug en gaan naar het warenhuis, Beijing-New-Worldcenter. Hier bovenin is een eetplein. We eten hier onze eerste maaltijd met stokjes voor 35 yuan.
Bert en Janneke Dijkstra