Het verleden laat zich niet altijd ontvouwen, dat blijkt uit de nieuwverworven kunstschatten van het Westfries Museum in Hoorn. Het museum belicht de periode in de geschiedenis van Westfriesland waarin deze regio meespeelde op het wereldtoneel. Het verwierf de afgelopen tijd onder andere meerdere schilderijen van meester-schilder Jan Albertsz. Rotius, ook wel de Rembrandt van Hoorn genoemd. Maar er blijken raadselen aan de 17e-eeuwse kunstschatten te kleven die niet een-twee-drie te duiden zijn.
Tussen de voorbereidingen voor nieuwe tentoonstellingen en een aanstaande verbouwing door, werkt het museum gestaag aan het verrijken van de collectie. Museumdirecteur Ad Geerdink: “Het museum benut met enige regelmaat kansen op internationale veilingen, geholpen door bijdragen van de Stichting Vrienden, Stichting Kerkmeijer De Regt en het Le Cocq D’Armandville Plancken Fonds. De meest recente aanwinst, aangekocht bij Christie’s in Londen, is een groot portret van een onbekende dame met zakhorloge. Het is rond 1660 geschilderd door onze eigen Hoornse meester-schilder Jan Albertsz. Rotius. Omdat het niet altijd mogelijk is een schilderij voor de veiling te bekijken, is het moment waarop de deksel van de kist gaat altijd spannend. Zal het er net zo goed uitzien als beschreven en op de foto’s? Ook nu overtrof het schilderij weer al onze verwachtingen. Wat een prachtig portret en vakmanschap: een waar topstuk en een aanwinst voor de museumcollectie.”
Twee dezelfde schilderijen?
Het door Geerdink beschreven schilderij is te zien in een gevarieerde presentatie van recente aanwinsten, van zilverbaren van de VOC tot meerdere werken van Rotius. Collectiebeheerder Henriëtte Tilgenkamp vond in de beeldbank van het RKD (het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis) echter nóg een foto van de dame met het horloge. Hoewel houding, pose en details hetzelfde zijn, blijkt dit portret een ander gezicht te bevatten. “Na goed kijken en vergelijken van de foto’s en de gegevens, kwamen we tot de slotsom dat de foto’s echt twee verschillende werken betreffen. Wat mij tot de opzienbarende conclusie bracht dat Rotius zijn eigen werk wel èrg exact had gekopieerd en dat ook zeer goed kon.” Het is uiteraard gissen naar een verklaring,” aldus de collectiebeheerder, “maar als Rotius deze portretten op bestelling heeft gemaakt, dan kan een opdrachtgeefster haar voorkeur hebben uitgesproken voor een portret dat zij elders heeft zien hangen (‘ Ik wil het precies zo’ ). Of misschien hanteerde Rotius een soort ‘catalogus’ of ‘portfolio’, waaruit de opdrachtgeefster kon kiezen. Het lijkt er ook wel op dat hij met zijn ‘kopie’ een statement maakte: ‘ Dit kan ik goed .’ Wie zal het zeggen?”
Waarom kopieerde Rotius zijn eigen werk?
Het museum onderzoekt deze en andere vragen, en laat het antwoord intussen ook aan het publiek. Zo ook bij de op een veiling in Duitsland aangekochte 17e-eeuwse portretten van Jan Vredericksz Abbekerk en zijn vrouw Grietje Cornelisdr Keyser, tevens geschilderd door Jan Albertsz. Rotius. Het zijn pendanten, twee schilderijen die hun onderlinge verbondenheid uitdrukken. Abbekerk staat op één van de levensgrote schuttersstukken in de schutterijzaal van het Westfries Museum al prominent afgebeeld als kapitein van het Oranje vendel, maar het recent verworven schilderij met het portret van Abbekerk blijkt hiervan nagenoeg een kopie te zijn. Waarom kopieerde Rotius Abbekerk en schilderde hij hem niet ‘naar het leven’? Henriëtte Tilgenkamp: “Hoewel de pose gelijk is, is Abbekerk op het individuele portret niet afgebeeld in de kleding en met de attributen die bij zijn functie als kapitein van de schutterij paste. Wat verder opvalt is dat hij niet naar zijn vrouw Grietje zit toegewend, iets wat in pendanten gebruikelijk is. We weten dat Abbekerk stierf in 1654, drie jaar nadat hij door Rotius was vastgelegd op het schuttersstuk van het Oranje vendel. En ook dat Grietje, zijn weduwe, zich in 1655 door Rotius liet portretteren. De vraag is nu: heeft Rotius het individuele portret van Jan Vredericksz Abbekerk al in 1651 vervaardigd, of in 1655 in opdracht van Grietje, na zijn dood in 1654? Ik ben geneigd uit te gaan van dit laatste. Misschien wilde Grietje na zijn dood haar maatschappelijke status op grond van haar huwelijk met hem alsnog bevestigen. Haar blik is niet treurig; hier kijkt een weduwe ons met fiere blik aan.”
Ontdek de nieuwe collectie-items
Er wordt door het museum onderzoek gedaan naar de diverse aanwinsten: het publiek wordt intussen uitgenodigd om mee te kijken en mee te denken. Is het portret van Van Haensbergen een afbeelding van een jonge Adriaan van Bredehoff? Is de familie op de kade van Enkhuizen op het schilderij van Herman Meindertsz. Doncker inderdaad Dirk Janssen Bol en zijn vrouw Marritge Claesdr? Ook wordt uit de doeken gedaan hoe de nieuwe kunstschatten zijn verworven en welke route zij hebben afgelegd. De nieuwe aanwinsten zijn vanaf nu voor iedereen te bewonderen in zaal 1.6 van het Westfries Museum.