Een geurexplosie. Zo omschrijf ik de expositie ‘’Vervlogen: geuren in kleuren’’. Eigenlijk zou de tentoonstelling op 23 februari openen, maar voorlopig blijven de deuren van het Mauritshuis. Ondanks de humor die het zien een ruiken teweeg brengt, blijft dit een hard gelach. Maar…het Mauritshuis komt met een uniek idee.
Het idee voor ‘’Vervlogen: geuren in kleuren’’ kwam twee jaar geleden. Het Mauritshuis wilde een ander soort expositie. Dat kreeg ze. Dankzij corona-proof dispensers ruik je de geuren uit het verleden.
De ene keer knijp je je neus dicht wegens de stank. De andere keer laat een zoete geur je weg zwijmelen wegens een zoete verleidelijke geur. Zo komt de 17e eeuw heel dichtbij. Om alle aandacht gericht te houden op het schilderij en de geur vindt de expositie plaats in een terughoudende en stille grijze setting.
Stinkende grachten
Zomers ontvluchtte de Amsterdamse elite de stad. Dan vertoefden ze in hun buitenplaatsen aan de Vecht of naar het Gooi en Vechtdal. Een plaats als Baarn bruiste dan van leven. ‘s Winters trok de elite weer naar hun eigen woonplaats om te genieten van het theater- en uitgaansleven. Nu begrijp ik waarom: de grachten stonken echt.
Net als nu kieperde toen ook iedereen van alles in de grachten. Het bekende schilderij Gezicht op de Oudezijds Voorburgwal van Jan van der Heyden geeft een inkijkje in het toenmalige stedelijke ‘geurenlandschap’.
Aan de brug over de gracht is een houten gebouwtje getimmerd, een ‘privaat’ genoemd, een openbaar toilet dat rechtstreeks op de gracht loosde. Ernaast veegt een straatveger de paardenmest op een hoop. Vrouwen doen de was in datzelfde vuile water.
Frisse schone was
Dat kon blijkbaar ook anders, zie je in een interieur van Pieter de Hooch. Daar ligt frisse schone was in een houten linnenkast. Je ziet ze niet alleen, maar ruikt het ook. Pieter de Hoochs interieur met twee vrouwen bij een geopende linnenkast staat symbool voor de Hollandse huisvrouw die in de 17de eeuw in heel Europa beroemd was om haar schoon geschrobde, kuise huis. Het fris gesteven linnen wordt net in de kast gelegd, de tegelvloer blinkt je tegemoet (Pieter de Hooch, Binnenhuis met vrouwen bij een linnenkast, 1663).
Verschillende thema’s
De expositie belicht verschillende thema’s:
● Wat was de relatie tussen geur, gezondheid en persoonlijke hygiëne? Tussen geur en religie? Welke geuren bereikten de Republiek vanuit overzeese gebieden?
● Wat rook je als je je huis uitliep?
● Wat was de relatie tussen geur, gezondheid en persoonlijke hygiëne?
● Tussen geur en religie?
● Welke geuren bereikten de Republiek vanuit overzeese gebieden?
Illusie en suggestie
Illusie en suggestie spelen een grote rol in de expositie ‘’Vervlogen: geuren en kleuren.’’ Zoals in het Stilleven met bloemen en vruchten van Abraham Mignon uit 1670. In gedachten ruik je vanuit je herinnering al de bloemen. De door de dispenser verspreide geur versterkt de beleving. Mignon combineert een rijke overvloed aan bloemen met overrijp fruit waar mieren en andere insecten zijn afgekomen op de zoete geur van een opengesneden meloen.
Specerijen uit de 17e eeuw
Geuren en smaken die de Nederlandse burger eerder nog nauwelijks had geroken en geproefd, bereikten de Republiek in de 17de eeuw in toenemende mate. Specerijen, tabak, koffie, thee, groenten en fruit uit Afrika, Azië en de Amerika’s. We kunnen de intense geur van ‘oosterse’ specerijen bijna ruiken in de goedgevulde kruidenierswinkel van Willem van Mieris uit 1717. Peper, kruidnagel, foelie, kaneel en nootmuskaat werden door de VOC aangevoerd uit Azië en het Midden-Oosten. De gemiddelde Hollandse burger had geen idee welke uitbuiting, onderdrukking en geweld voorafging aan het moment dat hij of zij de winkel binnenstapte om al dit geurigs aan te schaffen. Het roken en pruimen van tabak uit Amerika werd een rage en dus een thema in de kunst. De roker op het schilderij van Adriaen Brouwer (1630) zit onderuit gezakt te genieten van zijn pijpje, hij blaast net de rook uit. Zijn blik is wazig, alsof hij bedwelmd is.
De geur van paardenmest
De 17de eeuw was ook vergeven van heel veel gore geuren, overal kon het ontzettend stinken. Waterleiding, riolering, deodorant, tandpasta, wasmachine, koelkast, het was allemaal afwezig – met alle gevolgen van dien. Buiten de stadsmuren waren er brandende kalkovens en de galgenvelden, binnen de steden was er overlast door stinkende industrieën als traankokerijen en leerlooierijen.
Lijkenlucht
Er was in de 17de eeuw reden genoeg om van alles en nog wat te parfumeren: het lichaam, kleren, accessoires en allerlei voorwerpen. Het geloof was dat kwalijke geuren ziekmakend waren en dus moesten worden bestreden met ziekte-afwerende geuren.
Eén van de toeschouwers van De anatomische les van de Delftse schilders Michiel en Pieter van Mierevelt uit 1617 houdt een pomander vast, die hij met een ring en kettinkje aan zijn vinger draagt. Een pomander was een met sterke geurstoffen gevulde reukbol, waarvan er op de tentoonstelling drie te zien zijn, allen in zilver.
Waarschijnlijk was zo’n pomander niet onnodig want vóór de toeschouwer ligt het ontzielde lichaam waarvan zojuist de onderbuik is opgesneden. Hierna zullen de darmen eruit gehaald worden, het meest bederfelijke deel van de organen. J
an Lievens schilderde in 1631 de opwekking van Lazarus. Martha, de zus van Lazarus, en Jezus staan aan het graf waaruit Lazarus zijn handen juist omhoog heft. Omdat hij volgens het verhaal al vier dagen geleden was overleden, slaat de lijkenlucht de aanwezigen (en ook de kijker) tegemoet.
Vervlogen – geuren in kleuren
Zodra het Mauritshuis weer open is – 29 augustus 2021