Zorgverleners worstelen met medisch beroepsgeheim

‘Iedere dag wordt wel ergens het medisch beroepsgeheim geschonden’, verzucht een arts in het boek ‘Over de grenzen van het medisch beroepsgeheim’ dat op 27 november is verschenen.

Bestel dit boek bij Bol.com

medisch beroepsgeheim

De twee onderzoeksjournalisten Herman Jansen en Michel Knapen voelden veertien deskundigen – waaronder artsen, juristen en advocaten – aan de tand en ontdekten dat de medische wereld onder de druk van een veranderende samenleving steeds meer terrein moet prijsgeven als het gaat om het medisch beroepsgeheim. En dat kennis over wanneer wel of wanneer niet mag worden gepraat bij veel zorgverleners eenvoudigweg ontbreekt.

Het medisch beroepsgeheim was lange tijd geen issue. De medische stand hield zich er keurig aan en als er eens wat te veel werd gekletst, dan kraaide er geen haan naar. Toch kreeg neurochirurg Kees Tulleken, die uit de school klapte over de gezondheidstoestand van prins Friso, het zwaar te verduren. En ook het bestuur van het VUmc lag onder vuur nu het had toegelaten de privacy van patiënten te schenden door ongevraagd een cameraploeg toe te laten op de Spoedeisende Hulp.

De onderzoeksjournalisten Herman Jansen en Michel Knapen ontdekken tijdens de 14 openhartige interviews dat bovenstaande twee affaires allesbehalve op zichzelf staan. Het is het puntje van de ijsberg. Een huisarts die de advocaat van een man gezondheidsinformatie geeft over zijn ex-vrouw. Politie en justitie die ziekenhuizen binnenlopen om criminelen te zoeken. Farmaceutische bedrijven die maar al te graag het nodige willen weten over patiënten. Werkgevers die gezondheidsinformatie van medewerkers willen en bedrijfsartsen onder druk zetten. Familieleden van overleden patiënten die via de Wet Openbaarheid van Bestuur informatie van ziekenhuizen afdwingen. En de patiënten zelf: vinden zij het medisch beroepsgeheim nog wel van belang, nu ze via tv-programma’s en sociale media alles over hun gezondheid en ziekten openbaren?

In deze werkelijkheid moet de zorgsector een middenweg vinden. Het beroepsgeheim is heilig, maar altijd? Wéten zorgverleners wel wanneer ze wel en wanneer ze zeker niet mogen praten, kortom: weten ze wel waar de grenzen liggen van hun beroepsgeheim? Het boek laat de worsteling zien van de medische wereld met één van de oudste principes waaraan artsen zijn gebonden. Zoals Kees Tulleken, die in het boek openlijk toegeeft dat hij bij Friso’s skiongeluk naïef heeft gehandeld en een verwachte straf van het Medisch Tuchtcollege niet uit de weg zal gaan.

Zo laat dit boek zien dat artsen onder druk van een veranderende samenleving het medisch beroepsgeheim beetje bij beetje prijsgeven. Praten lijkt de norm te worden – met alle gevolgen vandien voor het vertrouwen dat patiënten in de zorg hebben.