Het Napels van Marco Beasley

Simon Carmiggelt vond dat je Napels moest hebben gezien alvorens te kunnen sterven. Napels moet je echter ook horen, meent de Italiaanse tenor Marco Beasley. Samen met de klavecinist Guido Morini en het ensemble Accordone brengt hij op de cd ‘Il settecento Napoletano’ een eerbetoon aan de stad.door Cornell Evers

Napels (een prins volgens Carmiggelt) is de stad van Vergilius en van Sophia Loren. Naast kunstenaars heeft de stad een groot aantal musici van naam opgeleverd. Onder hen waren Domenico Scarlatti met zijn bijna 600 klavecimbelsonates en natuurlijk Enrico Caruso, de beroemdste aller tenoren. Talrijke muziekstijlen en vernieuwingen zagen er het licht. Aan een van deze, de kamercantate, is de nieuwe cd ‘Il settecento Napoletano’ van de tenor Marco Beasley en het ensemble Accordone gewijd. De vorm is eenvoudig: een theatrale stem, drie violen, waarvan één in ‘scordatura’ (anders gestemd dan de overige strijkers om een bijzondere klankkleur te creëren) en basso continuo. Het resultaat is van een verbluffende schoonheid. Marco Beasley en Guido Morini richtten Accordone in 1984 op vanuit een gezamenlijke interesse voor een musicologische benadering van de problematiek van de uitvoeringspraktijk. Daarnaast koesterden beiden een grote liefde voor de Italiaanse vocale muziek, beginnend bij de Renaissance tot het begin van de achttiende eeuw. Ze debuteerden in 1991 met ‘Lo tasso Napolitano’. Opvallend bij dit project was de uitgesproken theatrale benadering.

Het concert als muzikaal en tegelijkertijd dramatisch evenement werd het stijlkenmerk van de groep. Het eerste grote succes kwam in 1995 met ‘Vox clamans in solitudine’. Hiervoor waren teksten en muziek uit verschillende stijlomgevingen, tijdperken en tradities naast elkaar gezet, zeer ongewoon, zeker voor de tijd waarin dit werk uitkwam. Twee jaar later verscheen ‘Il salotto Napoletano’, resultaat van een diepgaand onderzoek naar de wereld van de negentiende-eeuwse Napolitaanse canzone. In 1999 volgde het kamermuziekwerk ‘Il sogno d’Orfeo’ en in 2001 ‘Via Toledo’, dat was gewijd aan traditionele Zuid-Italiaanse muziek.

Marco Beasley en Guido Morini zijn bij hun concerten trouw aan de uitvoeringspraktijk van de achttiende eeuw. Accordone doet echter meer dan herscheppen. Geheel in de traditie van de oude muziekkapellen creëren ook Beasley en Morini nieuw repertoire. In 2001 kwam ‘Una odissea’ uit, met muziek van Guido Morini op teksten van Marco Beasley. 2003 was het jaar van de eerste studioopname van Accordone, ‘La bella noeva’ geheten. Deze werd lovend ontvangen. Hetzelfde gebeurde met het daarop volgende ‘Vivifi ce spiritus vitae vis’, een religieus werk van Morini op Latijnse teksten uit het Oude Testament.

Met ‘Il settecento Napoletano’ voegen Beasley en Morini een nieuw kwaliteitshoofdstuk toe aan een reeks die voorlopig zonder einde lijkt. Beiden zijn archeoloog, ontdekkingsreiziger en musicus in een. En succesvolle schatgravers in de geschiedenis van de muziek. Wat zij doen heeft zonder uitzondering een hoog niveau. Op ‘Il settecento Napoletano’ laten zij de luisteraar kennismaken met bekende en minder bekende componisten, met Alessandro Scarlatti, maar ook met Giuseppe Porsile, Giulio Cesare Rubino en Angelo Ragazzi. Met stip aanbevolen voor liefhebbers van muzikaal avontuur.


Porsile, Rubino, Liguori, Matteis, Alessandro Scarlatti, Ragazzi, Morini


Il settecento NapoletanoMarco Beasley, Guido Morini, Accordone

Cypres CYP1649 / 074 367 VKZ



















Leave a Comment