Hazelworm

Vandaag tijdens mijn zondagse wandeling in het Bergherbos een ontmoeting gehad met de Hazelworm.Hij/zij lag rustig midden op het fietspad, dus moest gered worden.Tevens heb ik het beestje wat nader bekeken.


de hazel


worm

Anguis fragilis (Linnaeus 1758)

Frans: l’orvet, Duits: Blindsleiche, Engels: slow worm

De hagedis is een reptiel dat je het best kan omschrijven als een pootloze hagedis. Net als de hagedis is de hazelworm levendbarend. De ontwikkeling van de eitjes gebeurt volledig in het moederlichaam. De jongen breken onmiddellijk nadat het eitje gelegd is uit. Pas als de hazelworm zo’n 25 cm. lang is, wordt ie geslachtsrijp. Mannetjes zijn dan 3 jaar, vrouwtjes al 4 of 5 jaar oud. Ze kunnen een maximale lengte van 50 cm. halen.

In gevangenschap heeft men hazelwormen gemeld van 20 tot 28 jaar oud. Het record staat op 54 jaar. Uiterlijk lijkt de hazelworm op een slang, maar er zijn kenmerken waaraan je kunt zien dat het geen slang is. Zo is er aan zijn bek geen uitsparing voor de tong naar buiten te steken. Hij moet dus altijd zijn bek openen om te ‘proeven’.

De oogleden kunnen gesloten worden, wat een slang niet kan. Net als ander reptielen is een hazelworm een landdier. Hij ademt door longen en hij beschermt zich tegen uitdrogen door een huid met hoornschubben. De glanzende hoornschubben bedekken zijn hele lichaam. Zijn kleur wisselt sterk en op sommige plaatsen zijn zelfs blauwe exemplaren aangetroffen. Onder de hoornschubben, die dicht op elkaar liggen liggen beenplaten, die de hagedissen een bepaalde starheid geeft en de hazelworm onderscheidt van de veel soepeler bewegende slangen.

Als hij bij zijn staart wordt vastgepakt laat hij deze los, net zoals een gewone hagedis. Bij de hazelworm groeit echter nog maar een klein stompje terug aan. Staartautotomie kan de hazelworm pas op 2- of 3-jarige leeftijd.

Op het menu staan naaktslakken, wormen, spinnen, sprinkhanen en insekten. Ook kannibalisme komt voor, evenals jacht op levendbarende hagedissen. Traag bewegende prooidieren worden soms van zeer dichtbij, zelfs bijna met de snuit erop gevolgd, alvorens toegebeten wordt. De tanden staan naar achteren gericht, zodat slijmerige prooien in de juiste richting gewerkt kunnen worden.De soort leidt een verborgen bestaan. In plaats van openlijk zonnen, verkiezen de dieren meestal een warm plekje onder door de zon beschenen materiaal zoals strooisel en bladeren.

Op de rode lijst van amfibieƫn en reptielen in Vlaanderen werd de hazelworm als zeldzaam gerangschikt. Maar door zijn verborgen leefwijze is het mogelijk dat de hazelworm algemener voorkomt. In elk geval zijn er waarnemingen uit heel Belgiƫ. In Nederland in de verspreiding beperkt tot het oosten, midden en zuiden van het land. De zwaartepunten in de verspreiding liggen in Zuid-Limburg en op de Veluwe.

De Hazelworm heeft een voorkeur voor enigszins vochtige, met dichte vegetatie bedekte gebieden, zoals halfopen bossen, bosranden, houtwallen, heidevelden en wegbermen. Omdat ze koudbloedig zijn, komen ze niet in hele koude streken voor. In ons land houden ze een winterslaap, onder de grond op een diepte van 15 tot 70 cm. Vaak in grotere groepen van 20 of 30 exemplaren. De grotere hazelwormen liggen het diepst. De ingang wordt zorgvuldig dichtgestopt met mos, gras en aarde.

Geschreven door:

TheDutchViking


































Leave a Comment