De zintuigen als gereedschapOnze zintuigen vormen onze open deur naar de wereld, ze helpen ons de verschillende indrukken te sorteren, beperken de wereld voor ons en geven alles wat herkenbaar is door. Ook al is het functioneren van de zintuigen gedeeltelijk onderhevig aan stemmingen en gevoelens, toch vangen we alleen datgene uit onze omgeving op wat door onze zintuigen aan ons wordt doorgegeven. Dat geldt uiteraard ook voor het proeven en beoordelen van wijnen.Wie een wijn wil beoordelen, moet volledig op zijn zintuigen vertrouwen. Zien, ruiken en proeven lijken in eerste instantie relatief eenvoudige manieren om een wijn te leren kennen. Maar slechts enkelen van ons zijn op de hoogte van de mogelijkheden en grenzen van onze zintuigen voor het rangschikken en systematisch ontwikkelen van onze eigen waarnemingen en ervaringen.
Het oog drinkt mee
De eerste indruk is altijd optisch. Aan het oog valt in de regel niet te ontkomen. Het heet dan ook niet voor niets: het oog eet – in ons geval drinkt – mee. Bekijk de wijn goed, maar laat u niet om de tuin leiden. Ofschoon de mens vooral op zijn gezichtsvermogen vertrouwt, schuilen juist hier de gevaren van een vertekend beeld of misleiding. Daarom kunt u een wijn niet alleen met het oog beoordelen, zelfs niet met honderd procent zekerheid zeggen of er eigenlijk wel wijn in het glas zit. Appelsap bijvoorbeeld, vertoont soms dezelfde kleurreflexen als een gerijpte wijn. Het oog is niet in staat om de uiteindelijke uitgesproken smaakverschillen te onderscheiden.
Het onderzoek met de ogen heeft in de eerste plaats de taak om de wijn op zijn helderheid en kleur te onderzoeken. Om de kleur van de wijn te onderzoeken, tilt u het glas op bij de voet – zo blijft het schoon en doorzichtig – en houdt het enigszins schuin tegen het licht of een witte achtergrond. U moet goed door de wijn heen kunnen kijken en het oppervlak van de wijn hoort helder te spiegelen. Witte wijnen moeten in ieder geval glanzend helder en volledig doorzichtig zijn, ook als het om oudere wijnen gaat die soms barnsteenkleurig zijn.
Kleien, meestal doorzichtige kristellen, de zogenoemde wijnsteen, zijn natuurlijke substanties en schaden de kwaliteit niet. Als de wijn duidelijk vertroebelingen of fijne deeltjes of vlokken vertoont, is er meestal sprake van samenklonteringen van ongewenste stoffen die echter niet altijd een negatieve uitwerking op de kwaliteit hoeven te hebben.
In rode wijnen komen deze samenklonteringen vaak voor, meestal geet het om volledig onschadelijke looi- en kleurstoffen. Vooral wijnen van oudere jaargangen heben deels poedervormig vezinksel van neergeslagen kleurstof en tanine dat door de kleinste beweging wordt opgewoeld. Daarom kunt u juist oudere wijnen voor het openen beter even laten rusten, zodat het bezinksel op de bodem van de fles kan neerslaan.Sommige wijnen laten na het walsen dikke tranen achter op het glas. Dit verschijnsel kan absoluut als een betrouwbare aanwijzing voor een rijkdom aan extracten worden gezien, want hoe duidelijker de ‘tranen’ des te hoger is het glycerinegehalte van de wijn. Glycerine, een niet-giftige, dikke vloeibare stof en het nevenproduct van de alcoholische gisting, behoort tot de belangrijkste ingrediĆ«nten van de wijn en geeft hem zijn volle smaak en karakter.Wordt vervolgt.Geschreven door Muziekeddy