Schuberts lijntje tussen schoonheid en droefenis

Vlak na een ingrijpende personeelswisseling heeft het Artemis Kwartet een huzarenstukje geleverd. Samen met Truls Mørk heeft het Duitse ensemble een uitzonderlijk gave uitvoeringvan Schuberts Kwintet D 956 vastgelegd.door Andrew van Parijs

Franz Schuberts Strijkkwintet in C is misschien wel het beste kwintet ooit geschreven en wat is er mooier dan het beste kwintet uit te laten voeren door de beste kamermusici van dit moment? Speciaal voor dit meesterwerk ging het Duitse Artemis Kwartet de samenwerkingaan met de Noorse cellist Truls Mørk. De opname, die zojuist bij Virgin is verschenen, heeft met deze combinatie van gelauwerde musici alles in zich om een succes te worden.Dat zo’n succes vooral het gevolg is van een jarenlange rijping van talent is niet verwonderlijk.

Het in 1989 aan de Musikhochschule Lübeck opgerichte Artemis Kwartet, dat zich in 1996 liet kronen met de eerste prijs in het ARD-Wettbewerb, verkoos uitgebreide studie bij vooraanstaande kamermusici boven een stormachtige carrière die hen ongetwijfeld binnen korte tijd nog meer roem had gebracht, maar die vroeg of laat toch ten koste zou kunnen gaan van muzikale groei. Zo werkte het in 1998 een jaar lang intensief samen met het Alban Berg Kwartet in Wenen. De invloed van deze gerenommeerde formatie, waarin het Artemis Kwartet een voorbeeld ziet, heeft zijn uitwerking niet gemist. Een eigen stijl was al lang realiteit, maar verdere verdieping en fijnafstemming zijn nu eenmaal zaken die tijd nodig hebben en waar zelfs de meest geoliede ensembles niet omheen kunnen.

Het is vooral een unieke, homogene klank waarmee een goed strijkkwartet zich onderscheidt van de rest. Niet dat het Artemis Kwartet daar nog niet over beschikte: het gemak waarmee het timbre van Truls Mørk moeiteloos mengt met het viertal zegt voldoende. Voor Mørk was het een geheel nieuwe ervaring: hij was vooral concertoptredens bij grote orkesten gewend,maar geniet hoorbaar van dit unieke project.

Het Kwintet D 956 kent hij al sinds zijn negende, toen zijn vader, violist in een strijkkwartet, thuis zijn partijen instudeerde. De band die Mørk sindsdien met dit zeldzaam mooie muziekstuk heeft opgebouwd maakt deze opname voor hem nog specialer.Het feit dat het Artemis Kwartet zo enorm wendbaar is, ligt zeker aan de samenwerking met grote namen als Truls Mørk en eerder ook Juliane Banse en Leif Ove Andsnes. Het is nauwelijks te bevatten dat violist Gregor Sigl en altviolist Friedemann Weigle nog maar sinds juli vorig jaar de plaatsen van hun voorgangers innemen met kort daarna al drie belangrijkefestivals in het vooruitzicht: de Schubertiade in Schwarzenberg, het Rheingau Festival en het festival Septembre Musical Montreux-Vevey. Nu is het gelijktijdige vertrek van een tweede violist en een altist nog altijd minder ingrijpend dan een situatie waarbij een primarius of cellist moet worden vervangen, maar de souplesse waarmee het Artemis Kwartet met zo’n personeelswissel weet om te gaan is ongekend.Net zo ongekend is de beheersing van het strijkkwartetrepertoire: tussen de tijd van Ludwig van Beethoven en die van een hedendaagse componist als Thomas Larchner, van wie het Artemis Kwartet dit jaar een opdrachtcompositie gaat uitvoeren, zit geen enkele zwakke plek.

De musici kennen hun klassieken en kijken met enorme interesse uit naar nieuw werk. Maar met het Strijkkwintet D 956 heeft de formatie een speciale band. ‘Mensen hebben het over de late Schubert,’ vertelt cellist Eckart Runge, ‘maar hij was pas dertig.’ Wat hem fascineert is Schuberts ongelooflijk subtiele lijn tussen schoonheid en droefenis. ‘Zijn gelukkige en tragische levenservaringen, gecombineerd met zijn naderend einde, roepen een heel tegenstrijdige gevoelswereld op. Het is kunst met een glimlach, maar je kunt er net zogemakkelijk om treuren.’ Wie het tweede deel uit Schuberts Strijkkwintet hoort, weet waarop Runge doelt.

Franz Schubert

Quartettsatz c-moll D 703, Quintett

C-Dur D 956Truls Mørk, Artemis Kwartet

Virgin 50999 502133 2 6

























Leave a Comment